19 juni 2022

Verstappen boekt zwaarbevochten overwinning in Canada

Max Verstappen heeft ook de Grand Prix van Canada op zijn naam geschreven. Op Circuit Gilles Villeneuve weerstond hij op weg naar zijn zesde seizoenszege de zware druk van Carlos Sainz, waardoor hij in het kampioenschap verder afstand nam van Sergio Pérez, die uitviel, en de achteraan gestarte Charles Leclerc, die achter Lewis Hamilton en George Russell vijfde werd.

In de regenachtige kwalificatie in Canada staat er geen maat op Max, die met een groot machtsvertoon de pole pakt. Naast hem gaat verrassend Alonso van start, voor Science en Luis. Daarmee doen ze het beduidend beter dan Pérez, die zijn kwalificatie volkomen verknalt en slechts als dertiende mag vertrekken. Leclerc moet op zijn beurt vanwege de geplofte motoren in Spanje en Azerbeidzjan een nieuwe motor inzetten en start achteraan.

Een dag later is het droog en duiken de vier koplopers in ongewijzigde volgorde de eerste bocht in. De fraai als vijfde gekwalificeerde Magnussen doet, net als in Spanje, een halfslachtige poging om Luis in te halen en beschadigt daarbij zijn voorvleugel, terwijl de naast hem vertrokken Mick in de andere Haas al snel terrein begint te verliezen.

Heel lang kan Alonso zich niet op de tweede plek handhaven, want als DRS is toegestaan, blaast Science zijn landgenoot finaal voorbij. In het vervolg blijft de Ferrari-coureur op een paar seconden van Max hangen. Alonso weet op zijn beurt Luis wel voor te blijven.

In de achterhoede duiken Fattle en Gasly al erg vroeg de pits in, terwijl Magnussen de meatball-vlag te zien krijgt en eveneens vroeg de pits in moet om zijn ietwat beschadigde voorvleugel te vervangen, waardoor hij ineens helemaal achteraan ligt. Vrijwel meteen daarna valt Pérez stil. Hij parkeert zijn bolide op de uitloopstrook van de derde chicane. Het bergen van de bolide verloopt niet erg voorspoedig, dus rukt de virtuele safetycar uit.

De een zijn dood is de ander zijn brood, zo besluit Red Bull, dat Max vanaf de leiding naar de pits haalt. Hij neemt op de baan de plaats in van Luis, die eveneens zijn banden laat vervangen en terugvalt tot achter Ocon in de andere Alpine. Na de hervatting maakt hij meteen korte metten met de Fransman. Max heeft op zijn beurt weinig moeite met Alonso, die Science na de hervatting uit het oog was verloren.

Voor Haas draait de race uit op een ramp als Mick op hetzelfde punt als Pérez stilvalt. Opnieuw komt de virtuele safetycar de baan op. Ferrari profiteert van het buitenkansje door Science van nieuwe banden te voorzien, waardoor de koppositie weer in handen van Max komt. Mercedes haalt op haar beurt Russle voor de neus van Luis weg. Alleen Alpine laat Alonso om onbegrijpelijke redenen op zijn volkomen versleten banden doorrijden.

Als de race weer wordt vrijgegeven, kan Alonso zich niet heel lang op de tweede plaats handhaven. Eerst maakt Science hem met boter en suiker in en daarna doet Luis dat nog eens dunnetjes over. Als Alonso eindelijk zijn banden laat verwisselen, vindt hij zich op de baan nog achter teammaat Ocon en de langzaam opgerukte Leclerc terug.

Vooraan zet Science de aanval in op Max. Op zijn nieuwere banden knabbelt hij elke ronde weer wat tienden van zijn achterstand af. De harde banden onder de Red Bull hebben hun beste tijd wel gehad, dus wordt Max als eerste in de kopgroep voor de tweede keer naar de pits gehaald. Tot zijn frustratie komt hij precies achter Luis de baan op. Hij gaat de Brit aan het eind van de ronde zonder moeite voorbij, waarna Luis eveneens een nieuw setje harde banden laat monteren. Russle volgt even later, waardoor Luis de derde plek weer terug in handen krijgt.

Op nieuwe banden begint Max aan een klopjacht op Science, die hoopt zonder verdere bandenwissels de finish te kunnen halen. Ineens is alles weer anders als Stroll en Tsoenoda tegelijk hun banden laten verwisselen. Tsoenoda dendert bij het uitrijden van de pits veel te hard op de eerstvolgende bocht af en beëindigt zijn race op een buitengewoon knullige manier in de bandenstapel. Door het ongeluk wordt de race helemaal geneutraliseerd.

Science laat meteen een nieuw setje harde banden omleggen. Hij verliest de leiding maar net aan Max. Na de herstart blijft hij de Red Bull als een schaduw volgen. Aan het eind van de drie DRS-zones komt hij steeds gevaarlijk dichtbij. In tegenstelling tot Fattle drie jaar geleden bij de laatste Canadese Grand Prix laat Max zich niet gek maken. Hij geeft geen krimp en komt na 70 intense rondjes als winnaar over de streep. Een moegestreden Science eindigt op nog geen seconde achterstand als tweede, terwijl een dolblije Luis derde wordt voor teamgenoot Russle.

Leclerc rekent in de slotfase af met de Alpines en beëindigt de race, waarin niks voor hem goed leek te gaan (de neutralisaties kwamen voor hem steeds op het verkeerde moment en tot overmaat van ramp liep zijn enige pitstop van de middag in de soep) als vijfde. Alonso eindigt door zijn raadselachtige strategie nog achter Ocon. Hij blijft de Alfa Romeo’s van Bottas en Joe nog maar net voor. Het laatste punt gaat naar thuisrijder Stroll.

McLaren sluit een uiterst moeizaam weekend zonder punten af met een elfde plek voor Ricciardo en een vijftiende voor een volledig onzichtbare Norris. Fattle komt na twee vroege bandenwissels niet verder dan de twaalfde plaats, terwijl Albon door pech met de neutralisaties slechts als dertiende eindigt. Gasly wordt veertiende in een teleurstellend weekend voor AlphaTauri. Latifi weet Magnussen, die om de een of andere reden geen banden had gewisseld bij de laatste neutralisatie, in het gevecht om de rode lantaarn nog te verslaan.

Door zijn overwinning vergroot Max zijn voorsprong op Pérez in het kampioenschap naar 46 punten. Leclerc blijft ondanks zijn vijfde plaats derde in het kampioenschap, op drie punten van Pérez. Wie had dat twee maanden geleden nog kunnen denken? Over twee weken mag de Monegask in Engeland proberen het tij te keren.

Naschrift: Alonso heeft naderhand nog een tijdstraf gekregen voor zigzaggen, waardoor hij slechts als negende is geëindigd. Hij bleek het grootste gedeelte van de race motorproblemen te hebben gehad.

14 juni 2022

BSG 1: de autopsie

Afgelopen zaterdag viel het doek voor BSG. Zonder te spelen moest het lijdzaam toezien hoe het op de ranglijst werd gepasseerd door achtereenvolgens Blerick en Spijkenisse, die nog een wedstrijd tegoed hadden, waardoor het troosteloos onderaan eindigde in klasse 1B.

Het lot van BSG hing aan een zijden draadje voordat de resterende twee wedstrijden van de vierde ronde van de KNSB-competitie afgelopen zaterdag eindelijk werden ingehaald, drie weken na de eerder al door corona uitgestelde vijfde ronde. BSG was al uitgespeeld doordat het eind november de verre trip naar Brabant had gemaakt, om daar met twee invallers door een tot op de tanden toe bewapende Vianen te worden afgemaakt, de ironie. De druiven waren voor BSG dan ook erg zuur toen bleek dat een verzwakt LSG 2 maar met moeite kon winnen van Blerick en Spijkenisse nipt van Krimpen aan den IJssel won, zodat het aankomend seizoen de tweede klasse onveilig gaat maken.

De eindstand in klasse 1B.

Na afloop van het lange seizoen is er een hoop om op terug te blikken en over na te praten. De beslissing van de competitieleider om een half gespeelde ronde na de competitie in te halen, verdient zeker niet de schoonheidsprijs. Het was een beslissing die BSG uiteindelijk in een lastig parket bracht, omdat uitgerekend de concurrenten tegen degradatie nog een wedstrijd tegoed hadden. Toch gaat het te ver om de wedstrijdleider de schuld van de degradatie te geven. BSG heeft het vooral zelf laten liggen.

De gedachten gaan vooral terug naar die zonnige middag in februari, toen BSG tegen Krimpen aan den IJssel bijna de hele middag op matchpoint stond, maar uiteindelijk nog verloor. Inderdaad had een overwinning in die wedstrijd achteraf gezien klassebehoud betekend. Het was niet de enige wedstrijd waarin BSG de nodige goede kansen onbenut liet. Iets meer rendement en het seizoen was wellicht heel anders geëindigd, al zal zoiets ongetwijfeld ook voor de andere teams gelden. Uiteindelijk haalde BSG de minste bordpunten binnen en dus is de degradatie helaas terecht.

Het seizoen van BSG

Iedereen was zich er van tevoren al goed van bewust dat het seizoen voor BSG niet makkelijk zou worden. De vette jaren, waarin het team dankzij gulle sponsoren boven in de meesterklasse kon meedraaien, waren voorbij. Het zou met het onthoofde team al een hele klus worden om in de eerste klasse te blijven. Dat bleek, hoewel het competitieverloop heel anders was dan menigeen had verwacht. Bij de bookmakers was het team van Vianen op voorhand huizenhoog favoriet voor de titel, terwijl Spijkenisse bijna gegarandeerd zou degraderen. Beide voorspellingen zijn niet uitgekomen. Kennelijk hadden sommige teams meer last van de schaakloze periode tijdens de coronacrisis, want waar sommige teams boven zichzelf uitstegen, zakten andere teams genadeloos door het ijs.

De overscores (score minus verwachte score) per wedstrijd, gebaseerd op de startratings van de spelers. DSC – Vianen (7-3) in de zevende ronde was de verrassendste uitslag, gevolgd door Blerick – Spijkenisse (3½-6½) en UVS – DSC (3-7) uit de eerste ronde,  en het kampioensduel LSG 2 – De Stukkenjagers (3½-6½) uit de vijfde ronde.

BSG zat tussen die twee uitersten in en kende een matig seizoen. Het had de pech dat met name de op papier zwakkere teams veel beter presteerden dan verwacht, waardoor iedereen van iedereen kon winnen. Het kwam de spanning in klasse 1B ten goede, maar doordat de teams zo goed aan elkaar gewaagd waren, werd het voor de teams onderin alleen nog maar moeilijker om erin te blijven. Wellicht had BSG het in de sterkere noordelijke eerste klasse, met het loeisterke eerste team van Paul Keres, makkelijker gehad om erin te blijven.

Al met al scoorde BSG bijna geheel volgens verwachting. Niemand stak er echt bovenuit, of viel compleet uit de toon. De Groote Vier (haha) hadden niet hun seizoen, wat goed in hun scores tot uitdrukking kwam: geen van hen scoorde meer dan 50%. De enige uitblinker was Mark Grondsma, die in de 5 keer die hij meedeed ongeslagen bleef en 3½ punt scoorde. Binnen het team vielen de kleine plusjes en minnetjes netjes tegen elkaar weg. Zelfs de behaalde scores liepen netjes in de pas met de ratingverwachting, zoals in de onderstaande grafiek is te zien.

De score van BSG’ers afgezet tegen het speelsterkteverschil in het zwart, met de voorspelde scores in het blauw.

Voor het grootste gedeelte van de grafiek omhelst de zwarte lijn (de werkelijke scores) de blauwe lijn (de verwachte scores), wat impliceert dat de behaalde scores netjes aan de ratingverwachting voldeden. Alleen tegen veel sterkere tegenstanders (de sterk negatieve waarden) scoorde BSG minder dan verwacht. In de 8 partijen wanneer het ratingverschil meer dan 250 punten in het nadeel van een BSG’er was, liep hij altijd tegen een nederlaag op. Dat was niet direct een ramp, want statistisch gezien had BSG uit al die partijen niet veel meer dan een punt moeten scoren.

Dat de scores de ratingverwachting zo goed benaderden, mag gerust een wonder genoemd worden, omdat de ratings dit seizoen amper een voorspellende waarde leken te hebben. Een aantal op papier sterke teams, zoals Vianen en Blerick, bakte er weinig van, terwijl teams als De Stukkenjagers, DSC en Spijkenisse ver boven zichzelf uitstegen, zoals de onderstaande figuur weergeeft.

De startratings en de effectieve ratings (de speelsterkte) van alle teams tijdens het seizoen.

Op basis van de effectieve ratings (de speelsterktes, rood) die ik na afloop van het seizoen heb berekend, kan er een kop- en een staartgroep worden onderscheiden. De Stukkenjagers, Vianen, LSG 2 en DSC waren duidelijk de sterkste teams. Krimpen aan den IJssel was in zijn eentje de middenmoot en daarna kwamen UVS, Spijkenisse, Paul Keres 2, Blerick en BSG.

Maar hoe kan Paul Keres 2 trots als vijfde zijn geëindigd als het op speelsterkte slechts het achtste team was? Het heeft ermee te maken dat Paul Keres de minste tegenstand van alle teams heeft gehad. Waar alle andere teams tegen een gemiddelde rating tussen de 2150 en 2170 moesten opboksen, lag de gemiddelde rating van de tegenstanders van Paul Keres daar met slechts 2138 een stuk onder. Krimpen aan den IJssel kreeg gemiddeld 30 punten meer te verstouwen, maar scoorde desondanks evenveel bordpunten als de Utrechtse club. De betrekkelijk hoge positie van Paul Keres 2 was dus geflatteerd.

Simulatie

Op voorhand leek het sterke team van Vianen, met grootmeesters als ex-BSG’er Alexander Berelowitsch en Andrey Orlov, de grootste kanshebber op het kampioenschap. Maar hoe groot was die kans precies? Door het afgelopen seizoen in Excel te simuleren, schat ik in dat die kans op voorhand ongeveer 80% moet zijn geweest. Omgekeerd zou Spijkenisse een kans van 85% hebben om eruit te vliegen. Voor BSG zou de degradatiekans 38% zijn.

Hoe anders verliep het seizoen! De Stukkenjagers, met op voorhand een kans van 1% om kampioen te worden, pakten de titel. Zoals Jan Hein Donner zou zeggen: “Het is die ene procent geworden.” In werkelijkheid waren De Stukkenjagers beduidend sterker dan hun ratings weergaven. Op basis van de effectieve ratings zouden hun kampioenschapskansen 29% zijn. Wanneer het seizoen overgespeeld zou worden, zijn ook Vianen (21%), LSG 2 (19%) en DSC (17%) serieuze gegadigden voor de titel.

Omgekeerd is BSG in dit geval de grootste degradatiekandidaat met een degradatiekans van 51%. Gemiddeld eindigt het team op de veilige achtste plaats, een gemiddelde dat vooral omhoog wordt getrokken doordat BSG in enkele simulaties stevig in het linkerrijtje eindigt. Dat had dus ook gekund. Een paar uitslagen die goed vallen, een paar keer een tegenstander treffen die zwak op komt dagen en je bent er al. Dat bewijst het tweede team van Paul Keres wel, dat zich zorgen moet maken als het seizoen overgespeeld zou worden. Met een degradatiekans van 36% is het team er nog slechter aan toe dan Spijkenisse (33%) en Blerick (31%).

Terugkijkend op het seizoen kan dus worden geconcludeerd dat BSG het zwakste team was in een klasse waarin de teams elkaar onderin bijna niks ontliepen. Met een beetje meer geluk of een extra thuiswedstrijd was het team erin gebleven, want het was echt fiftyfifty. Helaas werden de punten net tegen de verkeerde teams gepakt en dus eindigde een seizoen, dat nog zo mooi was begonnen met een overwinning op de uiteindelijke kampioen, in mineur.

De nummer laatst die de kampioen verslaat: gebaseerd op de effectieve ratings was BSG – De Stukkenjagers (6-4) achteraf gezien de verrassendste uitslag van het seizoen.

Voor volgend seizoen is BSG dus veroordeeld tot het spelen in de tweede klasse, zonder Coen en met een achttal in plaats van een tiental. Maar ook in de wetenschap dat het op een goede dag een meesterklasseteam kan verslaan.

10 juni 2022

Met je griet naar Griekenland

De afgelopen twee weken was ik in Griekenland om een Summer School bij te wonen en vakantie te vieren. Afgelopen maandag kwam ik na een aantal vertraagde vluchten weer in Nederland aan, vermoeid maar voldaan. En vooral blij om weer thuis te zijn.

Een aaneenschakeling van saaie preken, zo herinner ik me de conferenties die in mijn tijd als promovendus verplichte kost waren. Vaak waren die conferenties in het buitenland en werden ze voorafgegaan door een Summer School. Die Summer Schools had ik altijd laten schieten, dus wist ik niet of ze eveneens voornamelijk bestonden uit saaie, nauwelijks te volgen preken van mensen die de Engelse taal amper machtig waren, of dat ze veel informatiever waren. Op die prangende vraag kon ik een antwoord krijgen toen ik door Xiaomei werd gevraagd om haar te vergezellen op de Summer School on Technology Enhanced Learning in Griekenland. Als gast zou ik voor een zacht prijsje meekunnen.

Een dure nederlaag

De Summer School viel helaas samen met de uitgestelde slotronde van de schaakcompetitie. Terwijl ik in Venlo een nederlaag voor de poorten van de hemel wegsleepte, werden Xiaomei en haar reisgenoten in Griekenland door de organisatie van de Summer School van de luchthaven geplukt, waarna ze in het verblijf meteen een wattenstaaf in hun neus gedouwd kregen. Ik kon pas een dag later afreizen, maar niet voordat ik op eigen kosten een coronatest had laten afnemen. Gelukkig was de uitkomst negatief, want anders zou mijn vakantie al voorbij zijn voordat hij begonnen was. Vervolgens stond mijn moeder ruim een uur eerder dan afgesproken voor de stoep en stond ik op Schiphol in een gigantische wachtrij. De heenvlucht verliep gelukkig zonder brokken, al moest ik in het vliegtuig wel 3 euro aftikken voor een flesje water. Op de luchthaven in Thessaloniki had ik de grootste moeite om het taxibedrijf te vinden dat mij en een andere laatkomer naar de Summer School wilde brengen. De chauffeur mocht ik eveneens uit eigen zak betalen. Inclusief die coronatest was ik 75 euro lichter. Een duur potje is me dat dus geweest!

Een wondere wereld

Bij aankomst kreeg ik meteen een hoofddeksel aangemeten door Xiaomei, die de hele vakantie in een gevecht met de zon was verwikkeld en mij ook tegen de koperen ploert wilde wapenen. Zelf had ze er die dag al een stevige boottocht opzitten en dat alleen om op een of ander eiland te lunchen. Het was inmiddels al laat, dus gingen we maar gauw naar onze kamer om bij te slapen. Mijn eerste kennismaking met de overige deelnemers kwam een dag later tijdens het zogenaamde keynote lecture in een nogal donkere zaal, waar de veelal mondkapjes dragende organisatoren amper te verstaan waren. Daarna ging ik braaf mee naar de eerste workshop. Heel boeiend vond ik het niet, dus toen iedereen gevraagd werd te zeggen waar hij of zij aan dacht, zei ik weinig geïnteresseerd “a bed”, waarna het oorverdovend stil bleef. Het was me toen wel duidelijk dat die hele Summer School niets voor mij was, dus toog ik even later naar het strand, om daar lekker op een ligstoel een boek te gaan lezen.

Tegen het eind van de middag had ik het wel weer gezien en besloot ik terug te keren. Door op het geluid af te gaan, had ik de groep weer gevonden en viel ik in een voorstelrondje. Op een groot scherm verscheen iedere minuut een naam, waarna diegene naar het podium moest rennen om zich in een paar zinnen te omschrijven, eventueel met behulp van een PowerPoint-dia. Ik had geen idee of ze net begonnen waren, of al bijna klaar waren. Pas na veel turen had ik Xiaomei in het publiek gevonden, waarna ik haar maar appte of ze al aan de beurt was geweest. Dat was niet het geval, dus bleef ik aan de zijlijn meekijken. Daar leerde ik dat er mensen zijn die “Reet” heten en dat een nogal stevige mevrouw die in het vliegtuig op de stoel voor me zat eveneens op de conferentie aanwezig was. Terwijl haar nogal mollige 10-jarige zoon in de gang uit verveling met zichzelf schietspelletjes zat te spelen, vertelde ze dat ze hoopte dat ze hem kon laten zien hoe leuk onderzoek doen kon zijn. Je vraagt je soms af in wat voor wereld die mensen leven.

Doordat de deelnemers min of meer in alfabetische volgorde naar voren werden geroepen, kwam Xiaomei helemaal op het eind aan de beurt. Ze kantelde de microfoon, die veel te hoog voor haar stond, om toch nog duidelijk verstaanbaar te zijn. Ze stelde zich goed voor, to the point en zonder oninteressante lulverhalen op te hangen. Na haar kwam Yuzhi, een collega van Xiaomei en een van onze latere reisgenoten, en nog iemand, maar dat was het dan wel. We konden meteen door naar het avondeten. Het was lopend buffet met ruime keuze uit allerlei verschillende gerechten, wat in ieder geval wel uitnodigde om veel te eten.

Die dinsdag heb ik vooral op het strand rondgehangen en op woensdag was er een excursie. Voor die excursie moest wederom iedereen op corona getest worden. Kennelijk hebben ze in Griekenland nog nooit van omikron gehoord of zo… Er was een heel schema opgesteld wie wanneer moest komen, maar vervolgens bleek niemand zich er echt aan te houden. Toen ik me op de afgesproken tijd meldde, leerde ik dat heel veel mensen die achter me op de lijst stonden al aan de beurt waren geweest en vice versa. Na enig wachten kreeg ik weer zo’n wattenstaaf in m’n neus gedouwd en kon ik 10 euro aftikken, waarna ik nog even op de uitslag moest wachten. Ik besloot maar wat te gaan appen om de tijd te doden, waarna iemand plotseling in mijn richting schreeuwde dat ik negatief was en dat ik op moest krassen.

Die middag stonden we in de rij voor de twee bussen die ons over het schiereiland Kassandra zouden rijden. Wij stapten als een van de laatsten op, waardoor we op de voorste rij van de achterste bus zaten. Daar konden we zien hoe de bus voor ons een spoor van water trok. Doordat onze chauffeur nogal wat moeite had met het vinden van de juiste versnellingen en steeds met die veel te lange versnellingspook zat te hannesen alsof hij in een blik stopverf zat te roeren, verloren we de andere bus op de veelal slechte wegen uit het oog. Pas wanneer we een stop maakten, konden we weer bij onze reisgenoten aansluiten.

Bij iedere holle boom konden we uitstappen om in de brandende zon wat kiekjes te nemen, om daarna gauw weer terug de nauwelijks koelere bus in te gaan. Daar werd onze tijd volgeleuterd door onze gids, die vrijwel onafgebroken aan het woord was, of die moeilijk te volgen monoloog iemand interesseerde of niet. In dat opzicht hadden we familie van elkaar kunnen zijn. In een ademtocht ratelde ze in haar steenkolenengels door over de geschiedenis van het schiereiland. Ik kreeg iets mee over de bevolkingsuitwisseling tussen Griekenland en Turkije in de jaren 20 van de vorige eeuw. De uit Turkije overgekomen Grieken stichtten in die tijd allemaal plaatsjes met het voorvoegsel “nieuw” ervoor. Ook vertelde iets over de beroerde geografie van Griekenland, dat volgens haar voor 80 procent uit bergen bestond, waarmee het na Oostenrijk het bergachtigste land van Europa was. Redelijk hilarisch was dat ze de consequent herhaalde dat de hoogste berg in Griekenland 2917 of 2918 centimeter hoog was. Zulke bergen hebben we hier in Nederland ook.

In het begin van de avond streken we neer bij een restaurant aan de andere kant van het schiereiland. Daar zat ik aan tafel met onder andere Xiaoling, een pienter dametje waar ik altijd wel om kon lachen. Vooral de manier waarop ze haar nogal zorgeloze Griekse collega’s op de universiteit nadeed vond ik hoogst amusant. “Don’t worry. No problem. It will be fine.”, zei ze met haar hoge en een beetje verveeld klinkende stemmetje. Na onze buikjes rond te hebben gegeten, stapten we weer de bus in. We bleven nog een lange tijd wachten omdat niet iedereen gelokaliseerd was of zo, terwijl we het in de verte zagen onweren. We bleken de dans te zijn ontsprongen, want bij aankomst bleek ons verblijf behoorlijk nat, terwijl wij amper een druppel hadden gevoeld. We bleven nog even hangen bij de bar aan het strand, maar toen bleek dat daar geen karaoke was, gingen we maar weer naar onze kamer.

De rest van de week heb ik nog wat achter mijn computer gezeten en gezwommen. Tegen het eind van de week wisten we zelfs Xiaomei het buitenzwembad in te krijgen. Heel veel verder dan wat over de bodem van het zwembad lopen kwam ze niet, waarna ik het verwijt kreeg een slechte zwemcoach te zijn. Vrijwel meteen daarna werden we door een of andere kerel gesommeerd op te hoepelen. Bleek het zwembad ineens een uur eerder dicht te gaan. Een dag later hadden we voor Xiaomei een paar vleugeltjes aangeschaft, zodat ze zich beter op haar zwemtechniek kon richten. Inderdaad ging het wat beter, maar ook weer niet heel veel. Ze wilde nog naar de afsluitende receptie, waarna ik in het zwembad nog een heel gesprek had met Nan, de man/vriend van Yuzhi, die zich kostelijk vermaakte in het vrijwel lege zwembad.

Die avond was er in de bar bij het strand dan eindelijk de langverwachte karaoke, waar Xiaomei graag naartoe wilde. Ik had zoiets nog nooit meegemaakt en ik was benieuwd welke platen er bij zo’n gelegenheid gedraaid zouden worden. Bij aankomst werd Hotel California gedraaid, een veelbelovend begin, al leek geen van de zangers de tekst er echt van te kennen. Het zette niet de toon voor de avond, want in het vervolg daalde het niveau van de liederen gestaag, met onder andere die vreselijke jaren-90-kots van Britney Spears, een lied in mislukt Duits en dat afgrijselijke Macarena. Rond middernacht had ik er wel weer genoeg van en toog ik met Xiaomei terug naar de kamer, waar we onze spullen nog in moesten pakken. Anderen waren nog tot vier uur ’s ochtends gebleven en waren de ochtend daarna nogal gammel. De meeste mensen gingen weer naar huis, maar voor ons begon de vakantie toen pas.

Aangebrand

De eerste stop was het bloedhete Athene. In de brandende zon moesten we met onze zware koffers heel wat hellingen op en af voordat we ons hotel hadden gevonden. In de opmerkelijk volle entree konden we gelukkig nog uitpuffen en wat water en koekjes consumeren voordat we onze kamers in konden. Op de zesde verdieping hadden we een mooie hotelkamer. Yuzhi en Nan zaten twee etages onder ons. Daarna gingen we gauw de stad in om bovenaan een heuvel een zonsondergang te bewonderen en kiekjes van onszelf te nemen. Toen het donker was geworden, konden we weer met die kabellift terug naar beneden. Het was flink druk en voordat we vertrokken kreeg een gozer nog een standje omdat hij kennelijk zo stout was geweest om zijn mondkapje even onder zijn neus te dragen.

De dag erna zijn we naar het Parthenon gegaan, die eeuwenoude tempel die tot een ruïne is verworden. We wilden er vroeg naartoe om de drukte voor te zijn, maar ondanks dat we niet heel snel waren, viel het met de drukte aan de kassa wel mee. In de brandende zon hebben we daar een heleboel kiekjes van onszelf genomen met die ruïne op de achtergrond. Prompt kreeg ik het verwijt een slechte fotograaf te zijn. De rest van de dag heb ik de camera niet meer aangeraakt. Om af te koelen zijn we vervolgens nog een museum in geweest, waarna we tegen het eind van de middag met zijn vieren de kilo kersen weg zaten te kanen die Xiaomei ’s ochtends had aangeschaft.

Zelf was ik aan het eind van een dag lang door de stad slenteren helemaal op en aangebrand. In het hotel wilde ik graag mijn kamer in om het zweet van me af te spoelen en uit te rusten, maar toen ik zes trappen op was gelopen, bleek de sleutelkaart niet te werken, dus kon ik dat hele eind weer teruglopen naar de receptie (de lift was krap en vertrouwde ik niet zo) in de hoop dat ze het probleem konden verhelpen. Daar aangekomen kon ik mijn irritatie moeilijk onderdrukken, helemaal toen de receptioniste insinueerde dat de kaart waarschijnlijk niet meer werkte omdat ik hem naast mijn telefoon had gehouden. Het ding had de hele tijd in mijn portemonnee gezeten, dus die opmerking kon ik niet zo goed hebben. Nadat ze het ding had gereset, klauterde ik de trap weer op, om even later al vloekend naar beneden te stormen omdat die kaart nog steeds niet werkte.

Xiaomei zat nog met Yuzhi en Nan in de entree te overleggen en werd overvallen door mijn woedeaanval, waar ze op zijn zachtst gezegd niet gecharmeerd van was. Nadat ik het met haar kaart ging proberen, liep ze naar de receptie om in alle rust uit te leggen wat er aan de hand was. De receptioniste besloot maar twee nieuwe kaarten voor onze kamer aan te maken en dat was geen overbodige luxe, want ook met de tweede kaart kreeg ik de deur niet van het slot. Terwijl ik me nog voor onze kamerdeur stond op te winden, kwamen Xiaomei en de receptioniste uit de lift lopen. Ze hadden zowaar twee werkende sleutelkaarten, waarna de kamerdeur eindelijk openging en ik eindelijk tot rust kon komen. Vervolgens kreeg ik natuurlijk de wind van voren van Xiaomei, die vond dat ik me belachelijk had gedragen. Die dag zou het ook niet meer goedkomen tussen ons.

Onthaasten

De dag erna konden we meteen door naar de volgende stop, Milos, een eilandje ter grootte van Texel in de Egeïsche Zee. Tijdens de paar uur durende bootreis werd Xiaomei zeeziek. Eenmaal aan land was ze nog steeds behoorlijk brak. Gelukkig lagen onze hotels op een steenworp afstand van de haven en kon ze in onze kamer gaan uitrusten. Nadat de receptioniste had uitgelegd hoe de openslaande deuren en het verduisteringsgordijn werkten, ging ik met Yuzhi en Nan terug het dorpje in om te lunchen. We consumeerden daar drie van de vier bestelde gyrosbroodjes. Het vierde broodje ging in de zak mee voor Xiaomei, die er in de kamer meteen met grote happen van begon te eten. Zelf had ik nog een koffiebroodje en een fles water in een klein winkeltje op de kop getikt. ’s Avonds kwam ik erachter dat het water in de best grote supermarkt veel goedkoper was. Terwijl we nog een hele tijd op Yuzhi en Nan moesten wachten, die nog in het zwembadje in hun hotel baantjes zaten te trekken, sloegen wij voor het avondeten een hoop water en voedsel in. De restaurants in het haventje waren allemaal erg goed en tevreden dook ik mijn bed in.

Voor de dinsdag zouden we een auto huren om het eiland te verkennen. Ik zou het ding moeten besturen, omdat ik als enige een geldig rijbewijs heb. We zouden de auto om 9 uur ’s ochtends komen ophalen, maar die tijd hadden we ruimschoots gemist. De toon werd gezet toen Xiaomei nog in haar pyjama in de ontbijtzaal verscheen op het moment dat ik al bijna was uitgegeten. Van de anderen ontbrak ieder spoor toen ik om half 10 gebeld werd waar ik nou bleef. Gauw haastte ik me maar naar het verhuurbedrijf. Even later kwam er een kerel met de auto voorrijden, een Suzuki Celerio, een iets uit de kluiten gewassen versie van mijn eigen karretje thuis. Tot mijn verbazing moest ik eerst met hem mee om even verderop allerlei papieren te tekenen. Dat wilde ik liever niet in mijn eentje doen, maar omdat de rest nog steeds spoorloos was en de tijd begon te dringen, moest het toch maar.

Een paar straten verderop moest ik de formulieren tekenen. Alle deuken en butsen in de auto werden minutieus in kaart gebracht, zodat ik het niet in mijn hoofd zou halen om er stiekem nog een deuk in te rijden. Vervolgens kreeg ik de vraag wanneer we de auto weer in wilden leveren. We konden de auto voor 24 uur huren, maar dat zou betekenen dat we hem weer in moesten leveren op het moment dat we de boot moesten halen. Was dat haalbaar? Pas na veel appen en bellen nam Xiaomei, die in de hotelkamer nog zat te dubben of ze wel of niet die rode jurk aan wilde, op. Volgens haar zouden we pas ’s middags met de boot gaan. Daar wist ik helemaal niks van, maar kennelijk was ons schema dan helemaal niet zo krap, dus beloofde ik de auto de volgende dag tussen 9 en 10 ’s ochtends in te leveren.

In de tussentijd had die kerel de auto gekeerd, waardoor ik het ding zonder er nog meer deuken in te rijden uit het steegje kon bevrijden. In de haven zag ik mijn gezelschap dan eindelijk en besloot ik maar van mijn aanwezigheid op de hoogte te brengen door te toeteren, zodat we gauw op pad konden. Het ontging ze volledig, dus moest ik alsnog uitstappen. Het was inmiddels alweer 10 uur en we waren nog nergens.

In het vervolg besloten we allerlei uithoeken op het eiland te bezoeken. Dat betekende ook dat we vaak door allerlei krappe steegjes moesten. Vaak bleken we dan verkeerd te zitten en moest ik weer een plek vinden om te keren, om vervolgens dat hele stuk weer terug te rijden. Niet zelden kwam ik op die krappe stukken tegenliggers tegen. Die hadden vaak weinig zin om aan de kant te gaan, dus resteerde mij vaak geen andere optie om mijn karretje weer van de heuvel terug te laten rollen. Sowieso leek door de vele hoogteverschillen op het eiland iedere manoeuvre op een hellingproef uit te draaien. Steeds begon het karretje hard de heuvel af te rollen op het moment dat ik mijn poot van de rem haalde. Alleen doordat Yuzhi en Nan steeds keien voor de voor- of achterwielen legden, wist ik het autootje succesvol uit zijn benarde situaties te bevrijden.

Het doel van de vele omzwervingen was om naar fotogenieke plaatsen te gaan, zoals die witte lavavlakten van het Sarakinikostrand, waar in de brandende zon de nodige foto’s geschoten werden. Uiteindelijk hebben we aan het eind van de dag ergens verderop nog even gezwommen, terwijl Xiaomei, helaas niet in haar rode jurk, op het strand houtblokken liep te zagen. De dag werd afgesloten in een nogal desolaat havenplaatsje, waar we de zon in het water konden zien zakken. Pas toen het aardedonker was geworden, gingen we weer terug, om dicht bij ons hotel nog een restaurant op te zoeken.

De meest overschatte plaats ter wereld

De volgende dag was het nog flink stressen, omdat de boot inderdaad al om 10 voor 10 zou vertrekken. Gelukkig had ik de auto al om klokslag 9 uur in weten te leveren en omdat de boot vertraagd was, stonden we alsnog in de haven een tijd wortel te schieten. De schuit was beduidend kleiner dan de eerste, waardoor hij redelijk vol zat. Ditmaal werd Xiaomei niet zeeziek en dus kwamen we even later veilig op Santorini aan.

De haven van het eiland was piepklein en lag tegen een imposante berghelling aangeplakt. Er was een parkeerplaats vol bussen en verder waren er nog wat tentjes, maar hield het dan wel bij op. Gelukkig bracht een van die bussen ons via een weg met veel haarspeldbochten naar de top van de heuvel, naar een plaatsje waarvan de naam in Nederland vervelende associaties oproept met een Italiaanse onderdelen verliezende trein. Daar stond ons hotel. Wij hadden een kamer bij de ingang, die nog niet schoongemaakt was. Wel konden we daar alvast onze koffers dumpen.

We gingen weer terug het dorpje in, dat zwart zag van de mensen. Wat al die mensen trok om naar een onherbergzaam eiland af te reizen, werd me niet direct duidelijk. Vermoedelijk wilden ze graag die slapende vulkaan op het naastgelegen eiland bezoeken. Wij waagden ons daar de volgende dag aan. Eerst moesten we 200 meter omlaag naar de zee over een trap vol ezels en ezelstront. Helemaal gesloopt kwam ik beneden aan, waar we op de boot stapten naar het eiland. Daar moesten we in de brandende zon weer naar de top van die vulkaan lopen, waar we wat uitleg over de vulkaan kregen. Vervolgens konden we het hele stuk weer teruglopen. Na een korte boottocht meerden we aan bij een warmwaterbron, waar we heel even konden zwemmen. Wel moesten we eerst nog door het best wel koude zeewater naar die warmwaterbron zwemmen. De een na de ander plonsde stoer het water in, maar toen Nan voorzichtig via het trapje afdaalde en alsnog bijna bevroor, besloot ik, koukleum die ik ben, maar op de boot te blijven. Eenmaal terug op de kade konden we weer dat hele teringeind tussen de ezelschijt omhooglopen. Er was amper schaduw en helemaal gesloopt kwam ik boven. De rest van de dag heb ik het daarom maar rustig aan gedaan.

Een dag later gingen we met de bus naar het plaatsje Oia. Daar kwam ik er eindelijk achter waarom het onherbergzame eiland zo populair was. Voor zover ik het begreep, had het allemaal te maken met een of andere influencer die op het eiland alle fotogenieke locaties had gemarkeerd. Yuzhi en Nan hadden er een sport van gemaakt om al die plekjes te vinden en maakten in het plaatsje driftig vele selfies met domme kerkjes in de achtergrond. En ik liep daar weer achteraan, met mijn ziel onder mijn arm. Ik voelde me nog steeds brak van de dag ervoor. Gelukkig voor mij was Xiaomei er niet veel beter aan toe, dus slopen we een terras op. Daar bestelden we wat te drinken en wat te eten. Toen mijn spaghetti bolognese geserveerd werd, wilde Xiaomei dat ineens ook. Lang nadat ik de slierten naar binnen had gewerkt, werd haar bord geserveerd. Van de spaghetti heeft ze niet veel meer dan een paar happen genomen. Na het eten hebben we nog een tijd aan ons tafeltje voor Jaffa gelegen. We mochten nog van geluk spreken dat we geen rente over de rekening hoefden te betalen.

Eenmaal terug in Fira gingen op zoek naar een huurauto. Na bij een heleboel verhuurbedrijven naar de kosten te hebben geïnformeerd, viel onze keuze toch op het eerste bedrijf. We wilden per se de Toyota Aygo huren, omdat die het goedkoopst was. Helaas konden we die auto niet voor de volgende dag reserveren. Toen we de dag erna nogal laat bij het verhuurbedrijf aankwamen, bleek het ding nog voorhanden. We kregen hem meteen mee, waarna we onze reis vervolgden naar de zuidkant van het eiland.

Daar daalden we over een gevaarlijk pad af naar wederom een kerkje, dat naast een rots met een enorm gat erin stond. De wind gierde erdoorheen, waardoor we bijna gezandstraald werden bij het nemen van de selfies. Even later kwam er een Chinees naar ons toe. Ik kon er natuurlijk geen woord van verstaan, maar toen ik boven me op het pad een vrouw zag liggen, schrok ik wel. Gelukkig was ze bij kennis. Wel had ze haar scheenbeen gebroken. Er werd een ambulance gebeld en daarmee was de kous af. Ik heb geen ambulance gehoord, ook niet toen we het afgelegen terrein weer verlieten.

Het Rode Strand hebben we vervolgens maar links laten liggen omdat de afdaling ernaartoe wel erg lang was en men noch in mijn stuurmanskunsten, noch in mijn loopvermogen enige fiducie had. In de tussentijd had ik op het keienpad een van de keien vol met de onderkant van de auto geraakt. Gelukkig begon de auto niet gelijk een spoor van vloeistoffen te trekken. Alles deed het nog gewoon, alleen die hellingproef… De auto wilde alleen nog maar vooruit de helling af, terwijl ik achteruit wilde. Na nog wat auto’s en de quads die me de hele tijd hadden achtervolgd in de weg te hebben gezeten, werden er weer wat rotsblokken voor de voorwielen gelegd, waarna ik het ding achterwaarts de heuvel op kreeg. Omdat we er dus van afzagen om helemaal naar het strand te lopen, konden we weer gauw instappen.

De laatste stop was in het oosten van het eiland, in de buurt van het vliegveld. Na lekker te hebben geluncht, gingen we daar naar het strand. Het strand bestond uit grote, zwarte korrels vulkanisch gesteente, die in de zon bloedheet waren. Het water nodigde vanwege die keien ook niet zo uit om te gaan zwemmen, dus gingen we maar vliegtuigen spotten en selfies maken. Na afloop gingen we weer lekker uit eten. Het eten werd aangevuld met restjes van de dag ervoor. Op de gyroskip van de dag ervoor werd doodleuk een stuk droog brood gelegd dat we voor de maaltijd hadden gekregen. Die pitabroodjes waren immers niet vers meer.

Na met de nodige moeite de auto uit zijn blikken gevangenis te hebben bevrijd en voor 10 euro te hebben getankt, konden we de auto weer heelhuids afleveren. Een gozer van het autoverhuurbedrijf had vervolgens de schone taak om de auto uit zijn benarde positie te bevrijden. Uit interesse bleef ik kijken. Tot mijn verbazing reed hij de auto zonder enige moeite en zonder de koppeling te verbranden achteruit terug de heuvel op, waarna het ding keurig naast de andere huurauto’s werd neergezet. Zo kan het dus ook.

Die avond konden we voor de laatste keer inpakken. De vakantie zat er bijna op, al hadden we nog twee vluchten te gaan. Eerst naar Frankfurt en daarna naar Schiphol. Die tweede vlucht was al uitgesteld naar maandag en op de reisdag zelf kreeg ik te horen dat onze vervangende vlucht ook al niet zou gaan. Gelukkig waren er nog twee alternatieven: een vlucht om 8 uur ’s ochtends en een om 4 uur ’s middags. We besloten maar voor de eerste optie te kiezen.

Terug de kou in

Onze vlucht naar Frankfurt vertrok pas aan het eind van de middag, waardoor we eerst nog een hele tijd spelletjes zaten te spelen en te appen. Daar waren we dusdanig lang mee bezig dat we alsnog ergens achteraan in de rij stonden. Bij de security check mocht ik mijn laptop en alle kabels weer uit mijn tas halen (op Schiphol mocht ik gewoon doorlopen), maar kon ik zo verder, in tegenstelling tot Xiaomei. Ze had nog een paar flessen zonnebrand in haar handbagage en die gingen subiet de prullenbak in. Een beetje dom natuurlijk, al betwijfel ik of er nog wel ruimte voor die zonnebrand was in haar koffer. Dat ding zat echt helemaal tjokvol. Tot overmaat van ramp werden de vele gevulde drinkflessen geleegd. Een beambte probeerde uit te leggen waarom die regels er waren. Het water kon kortsluiting veroorzaken in het vliegtuig of zo. Ik dacht altijd dat je maar een beperkte hoeveelheid vloeistoffen mee mocht nemen omdat je er anders bommen van kon maken. De uitleg viel niet in goede aarde en nadat een andere beambte haar een beetje belerend mededeelde dat ze de drinkfles in haar handen moest legen, raakte ze zichtbaar geïrriteerd, omdat een andere beambte dat ding even daarvoor al voor haar had leeggegooid. Toch was ze vooral geïrriteerd door haarzelf.

In het vliegtuig zaten we gezellig naast elkaar. Via de GPS probeerden we steeds onze locatie te achterhalen tijdens de vlucht, wat niet zo goed lukte omdat de verbinding nogal slecht was. Pas tegen het eind konden we via het internet aan boord alle details van de vlucht zien. Heel interessant natuurlijk. Op de luchthaven werden we met een shuttlebus naar ons hotel gebracht. Het was het mooiste hotel van de hele vakantie. De dag erna moesten we heel vroeg op. De ontbijtzaal puilde om 6 uur ’s ochtends al uit van de mensen, die allemaal hun vlucht wilden halen. Bij het hotel werden we netjes opgepikt door de bus en waren we ruim op tijd, ook omdat onze vlucht vertraagd was.

Tijdens de nog geen uur durende vlucht hield ik de hele tijd de vluchtgegevens in de gaten. Het vliegtuig zat niet bepaald vol, dus zag ik tegen het einde van de vlucht kans om naast Xiaomei te gaan zitten. Samen keken we hoe het vliegtuig over Flevoland allerlei rare bochten maakte, om daar op te lijnen met de nogal korte Oostbaan. De landing verliep soepel, hoewel het vliegtuig aan het eind van de landingsbaan nog even flink in de ankers moest. We waren in ieder geval veilig aangekomen!

De vakantie zat er weer op. Ik was blij om weer in het kille, natte Nederland te zijn, in plaats van het verzengend hete Griekenland met die bazige en hard pratende Grieken. Het was een vakantie die fysiek zwaarder was dan ik had verwacht, met daarnaast de nodige Babylonische spraakverwarringen, miscommunicatie en meningsverschillen. Het was tevens een leerzame vakantie, waarin ik leerde dat je soms wel de pionier moet zijn, dat ik geen geboren fotograaf ben en dat verzamelwoede soms betekent dat je je een breuk sjouwt en met veel waardeloze rommel blijft zitten. Toch was de grootste winst dat ik Xiaomei in deze weken echt heb leren kennen. Voor de reis had ik haar amper zien interageren met anderen. Dat was in de voorbije twee weken wel anders. Nu had ik de echte Xiaomei gezien, met al haar goede en slechte kanten. En het mooiste van allemaal was natuurlijk dat we twee weken lang naast elkaar hebben geslapen. 😊

26 mei 2022

Conclusies na de Grand Prix van Spanje

Wat een race! De Grand Prix van Spanje van afgelopen zondag zat boordevol actie en plottwisten. Hoewel de onvoorspelbare race met een voorspelbare winnaar eindigde, zag het er lange tijd niet naar uit dat Max Verstappen zou winnen. Hoe heroverde hij het initiatief in de wedstrijd waarin niks goed voor hem leek te gaan?

De Grand Prix van Spanje luidt doorgaans de start van het Europese deel van het Formule 1-seizoen in en is daarom traditiegetrouw een race waarvoor de meeste teams met een zwik nieuwe onderdelen komen. Mercedes dacht het lek boven te hebben. Inderdaad zaten de grijze bolides er in de kwalificatie dichter bij. Russell wist Pérez zelfs te kloppen, maar kwam niet in de buurt van de pole. Die ging naar Leclerc, die veel sneller was dan wie dan ook.

Gemiddelde kwalificatiesnelheid per coureur van de laatste sessie die ze gereden hebben.

Leclercs 1:18.750 (213,71 km/u) was goed voor zijn vierde pole van het seizoen. Verstappen moest ruim drie tienden toegeven, maar was desondanks optimistisch over zijn kansen in de race. Hij hoopte echter dat zijn Red Bull beter met de banden omging dan de Ferrari, net als in Saoedi-Arabië en Miami. In de zinderende hitte op Circuit de Barcelona-Catalunya zou dat voordeel beslissend kunnen zijn. Mercedes was om diezelfde reden eveneens optimistisch, dus waren er zes kanshebber voor de race.

Van die zes kanshebbers leken drie zichzelf al in de openingsfase te elimineren. Hamilton, die als enige coureur op de mediums van start was gegaan, zette zichzelf op grote achterstand door het bij de start met Magnussen aan te leggen. Vervolgens spinden Sainz en Verstappen in dezelfde bocht van de baan. Waar de Spanjaard terugviel naar de middenmoot, verloor Verstappen alleen posities aan Russell en teamgenoot Pérez. De Mexicaan kreeg hij gauw weer te pakken, maar daarna vormde de Mercedes een hinderlijk obstakel, vooral ook omdat Verstappens DRS niet of slecht werkte.

Door het wegvallen van Verstappen leek Leclerc een probleemloze middag tegemoet te kunnen zien. Zijn voorsprong was zelfs dusdanig dat hij veel later dan zijn achtervolgers nieuwe banden kon halen zonder de koppositie te verspelen. Hij zat in een zetel voor de overwinning, totdat de motor er opeens genoeg van had. In plaats van de winnaar werd hij de eerste uitvaller.

Daarmee ging het gevecht tussen Russell en Verstappen ineens om de overwinning. De twee hadden om de een of andere reden in dezelfde ronde nieuwe banden gehaald en zonder DRS en zonder bandenvoordeel lukte het Verstappen niet om de Brit in te halen. In de achtergrond kwam Pérez, die een aantal ronden later was gestopt, opzetten. De Mexicaan wilde dolgraag langs Verstappen om Russell aan te vallen, maar Red Bull hield de boot af. Daar had het een goede reden voor, want in de 28e ronde haalde het Verstappen voor de tweede keer naar de pits. Hij wisselde zijn mediums in voor een set zachte banden, waarmee hij overduidelijk op een 3-stopstrategie zat.

Niet lang daarna ging Pérez Russell voorbij. Mercedes had het Pérez moeilijk kunnen maken door Russell meteen naar de pits te halen, maar deed dat vreemd genoeg niet. Te lang hield het team vast aan een 2-stopper en dat bleek de verkeerde strategie. Verstappen zat acht rondjes na zijn stop alweer aan de staart van Russell, die toen wel nieuwe banden liet omleggen. Pérez had inmiddels een dusdanige voorsprong opgebouwd dat hij een ronde later hetzelfde kon doen zonder zijn plek aan Russell te verliezen.

Verstappen ging zodoende voor het eerst in de race aan de leiding en niet zo zuinigjes ook. Op zijn oude banden wist hij het gat naar Pérez constant te houden, zodat hij na zijn derde stop weer vlak achter zijn teamgenoot zat. Opnieuw moest Pérez aan de kant, waar de Mexicaan niet blij mee was. Doordat Mercedes Russell in de slotfase nog een derde keer naar de pits haalde, kon Red Bull met Pérez hetzelfde doen, waardoor hij in ieder geval nog het bonuspunt voor de snelste raceronde pakte. Zodoende ging Red Bull er met de volle buit vandoor en daar had na tien ronden waarschijnlijk geen hond meer op gerekend.

Rondetabel van de race. Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Zo goed als de race voor Red Bull verliep, zo desastreus pakte ‘ie uit voor Ferrari. Na het uitvallen van Leclerc moest Sainz de eer voor de Italianen hooghouden. Hij knokte zich nog terug na zijn uitglijder in de openingsfase en tegen het einde van de race lag hij vijfde, vlak achter Bottas. Hij kwam de Fin niet voorbij, dus haalde Ferrari hem voor de derde keer naar de pits. Bottas probeerde de race zonder verdere pitstops uit te rijden en dat was wederom de verkeerde strategie, ook omdat zijn derde bandenset veel harder afbouwde dan de tweede. In twaalf ronden tijd had hij zijn voorsprong op Sainz erdoorheen gejaagd en ging hij gauw voor de bijl.

Achter Sainz was Hamilton ongezien mee naar voren geslopen. Als een duveltje uit een doosje lag hij opeens zesde. Nadat ze Bottas voorbij waren gegaan, haalde hij Sainz ook nog in en lag hij vierde, niet eens heel ver achter Russell. Door een koelprobleem moest hij uiteindelijk vaart minderen en eindigde hij toch nog als vijfde.

Hamiltons herstel riep meteen de vraag op of hij de race niet had kunnen winnen zonder die botsing in de openingsronde. De lekke band die hij daarbij opliep kostte hem niet alleen ruim 50 seconden, maar ook nog een van zijn twee setjes mediums, die onder zijn Mercedes fantastisch werkten, zoals hij halverwege de race demonstreerde.

Racevoortgang van de kopgroep. Weergegeven is de voorsprong op het gemiddelde tempo van de winnaar voor Verstappen (paars), Pérez (lichtpaars), Russell (lichtgrijs), Sainz (donkerrood), Hamilton (donkergrijs), Bottas (bruin) en Leclerc (rood). Een stijgende lijn betekent dat een coureur snel is, een dalende lijn betekent dat een coureur juist traag is.

Hamilton liet na zijn botsing in de eerste ronde een set zachte banden monteren. Die banden bouwden aan het eind van de stint vrij hard af, waarna Hamilton in de 22e ronde zijn enige resterende setje mediums liet omleggen. Hij viel terug naar de 19e plaats, maar toen hij uit het verkeer was, waren zijn rondetijden verbluffend. Binnen twintig ronden rukte hij op naar de zesde plaats, waar hij op veel oudere banden dezelfde rondetijden reed als Russell, Bottas en Sainz voor hem. Pas in de 48e ronde liet Hamilton de zachte banden monteren. Op de rode banden was hij iets minder indrukwekkend, maar nog altijd in staat om Sainz, wiens banden maar iets ouder waren, in te halen. Hij wist zijn achterstand op Russell terug te brengen tot iets meer dan tien seconden totdat ze het allebei rustiger aan moesten doen.

Hamiltons sterke race deed vermoeden dat hij zijn bolide veel meer voor de race had afgesteld dan Russell, die na zijn sterke kwalificatie juist wat tegenviel in de race. Mede doordat hij het in de slotfase rustiger aan moest doen, eindigde hij op meer dan een halve minuut van Verstappen, maar daar staat tegenover dat Verstappen door zijn spin maar een halve raceafstand had om dat verschil op te bouwen. Bovendien leek Leclerc nog sneller.

Hamilton was als enige snel met wat in feite een 2-stopstrategie was. Doordat hij op een andere strategie dan de rest zat, zijn zijn rondetijden wat lastig te vergelijken met die van de rest, maar hier dan toch een overzicht van de gemiddelde voor brandstoflast gecorrigeerde rondetijden per stint (extreem trage ronden zijn weggelaten):

Hamilton
Stint 2:  1:25.68 (21 ronden)
Stint 3: 1:25.23 (26 ronden)
Stint 4: 1:25.90 (18 ronden)

Verstappen
Stint 1: 1:24.40 (13 ronden)
Stint 2: 1:25.37 (15 ronden)
Stint 3: 1:24.84 (16 ronden)
Stint 4: 1:26.04 (22 ronden)

Pérez
Stint 1: 1:25.38 (17 ronden)
Stint 2: 1:25.51 (20 ronden)
Stint 3: 1:25.82 (16 ronden)
Stint 4: 1:25.46 (13 ronden)

Russell
Stint 1: 1:25.00 (13 ronden)
Stint 2: 1:25.96 (23 ronden)
Stint 3: 1:26.07 (15 ronden)
Stint 4: 1:26.51 (15 ronden)

Sainz
Stint 1: 1:25.34 (10 ronden)
Stint 2: 1:25.68 (21 ronden)
Stint 3: 1:25.49 (14 ronden)
Stint 4: 1:26.34 (21 ronden)

Hamilton was in zijn stints net zo snel of sneller dan Russell, ondanks dat Russell kortere stints reed en daardoor sneller had moeten zijn. Over de gehele raceafstand was Hamilton op de baan ongeveer net zo snel als Pérez, ondanks de problemen in de slotfase, ondanks dat zijn banden gemiddeld ouder waren en ondanks dat hij noodgedwongen het grootste gedeelte van de race op de voor hem inferieure zachte banden moest afleggen. Omdat Hamilton een pitstop wist uit te sparen, had het spannend kunnen worden met Verstappen, die op zijn beurt natuurlijk ook tijd had verloren met die spin en het oponthoud achter Russell.

Interessant genoeg was Hamilton een van de weinige coureurs die beter waren op de mediums. De meeste coureurs wisselden bij hun eerste stop naar de mediums, om te ontdekken dat de gele banden nogal traag waren, terwijl de levensduur niet veel beter was dan die van de rode banden. Alleen de coureurs die aan een 2-stopper probeerden vast te houden, bleven op de mediums rijden, de rest wisselde weer naar de zachte band, wat de betere strategie bleek.

De gevolgde bandenstrategieën in de race. Rood: zachte band, geel: mediums, wit: harde band.

Bottas was een van de coureurs die maar twee keer zijn banden liet verwisselen. Halverwege de race dook hij de pits in om Sainz voor te blijven (zie de racevoortgang). Hij had daarna niet de snelheid om bij de Ferrari weg te rijden. Erger was dat hij zijn tweede set mediums veel harder aan schroot reed dan zijn eerste set, wat hem twee plekken kostte in de slotfase. De coureur weet zijn ondergang aan een verkeerde strategie, maar toonde zich daarmee weer eens onvoldoende zelfkritisch.

Ocon reed ongemerkt een goede race en eindigde als zevende. Een zieke Norris eindigde met een vergelijkbare 3-stopper niet ver achter hem als achtste, nog net in de lead lap. Alonso herstelde zich van een beroerde kwalificatie en een motorwissel door vanaf achteraf naar de negende plek op te rukken. Tussendoor werkte hij een aardig duel met Tsunoda af. Op de mediums was de Japanner sneller, op de zachte band was de Spanjaard sterker. Helaas voor Tsunoda werkten beide coureurs drie van hun vier stints op de zachte band af.

Net buiten de punten eindigde Vettel met een op het oog optimale 2-stopper. Hij trok zich niks aan van het pitstopgeweld voor hem en bleef lang op zijn zachte banden doorrijden, om na zijn stop weer een lange stint op de zachte banden af te werken. Pas in de slotfase wisselde hij naar de mediums en inderdaad was hij op de gele band veel minder sterk. Hij was zelfs dusdanig langzaam dat Alonso en Tsunoda hem bij hun laatste stop wisten te overcutten. Wellicht had Vettel achterafgezien dus ook beter voor een 3-stopper kunnen kiezen.

Ricciardo kreeg weer eens een vernedering te verwerken. Hij begon voor zijn zieke teamgenoot, maar hij eindigde ruimschoots achter hem op de baan en buiten de punten. Vroeg in de race wisselden de oranje bolides al van positie en na zijn stop was het helemaal harken. De snelheid was er totaal niet.

Niet veel beter zal Gasly zich gevoeld hebben. De Fransman heeft altijd een grote mond dat Red Bull hem weer terug moet nemen, maar hij wordt dit jaar overklast door Tsunoda. In het begin van de race reed hij nog achter zijn teamgenoot aan, maar hij was hem al uit het oog verloren toen hij Stroll achterstevoren tikte en een tijdstraf verzamelde. Voor het resultaat maakte het niet uit, want hij eindigde alsnog in de kofferbak van Ricciardo.

Volledig ontgoocheld moet Schumacher zijn geweest. De Duitser had zich netjes in de top 10 gekwalificeerd en zal na een goede start wel stiekem rijk hebben gerekend. Helaas voor hem flopte de strategie volledig. Hij hoopte met twee stops te kunnen volstaan, maar verloor door een te late eerste stop al drie plaatsen. Nog voordat de race halverwege was, wisselde hij naar de mediums met het doel geen verdere stops te maken, maar dat was veel te optimistisch. In de slotfase gingen zijn rondetijden door het dak en verloor hij ook nog zijn plekken aan Ricciardo en Gasly, zodat hij als veertiende eindigde en nog steeds op zijn eerste WK-punten wacht.

Stroll eindigde na een kansloze race en een opdoffer van Gasly eenzaam als vijftiende. De zestiende plek ging naar Latifi, die zich in de slotfase nog langs Magnussen had geknokt. Als enige coureur probeerde de Deen de harde banden uit, maar daardoor was hij de hele race zo traag dat hij na zijn akkefietje bij de start in de achterhoede bleef steken. Een duidelijk teken dat Haas in de race wat betreft de bandenstrategieën volledig op een dwaalspoor zat.

Laatste werd Albon, die klaagde dat hij zijn banden met geen mogelijkheid in leven kon houden, waardoor hij uiteindelijk vier keer zijn banden liet verwisselen. Een vreemde gang van zaken voor de coureur die in Australië nog bijna de hele race op een set banden had afgewerkt. Steeds gingen de banden onder zijn Williams binnen enkele trage rondjes al kapot en dus eindigde hij afgetekend als laatste.

Zhou was voor zijn uitvallen weinig indrukwekkend, in tegenstelling tot Leclerc, die de race zonder zijn uitvalbeurt ongetwijfeld had gewonnen. De geschatte gemiddelde racesnelheid, gebaseerd op de voor brandstof gecorrigeerde rondetijden en het tijdsverlies in de pits, staan hieronder weergegeven:

Gemiddelde racesnelheid per coureur, gebaseerd op gemiddelde voor brandstof gecorrigeerde rondetijden en tijdsverlies in de pits.

De bevindingen:

  • Hamilton had de snelheid om Verstappen uit te dagen voor de overwinning, maar was waarschijnlijk (ook) kansloos geweest tegen Leclerc
  • Verstappen was vooraan de eerste coureur die naar een 3-stopstrategie overstapte en die beslissing was een schot in de roos
  • Russell had de snelheid niet van de Red Bulls, maar Mercedes had het Red Bull wel lastiger kunnen maken
  • Bottas verloor vierde plaats doordat zijn tweede set mediums veel sneller sleet dan zijn eerste
  • Haas was tactisch totaal niet bij de les en dat kostte Schumacher mogelijk een puntenfinish

22 mei 2022

Nog drie weken bibberen

Door een nipte nederlaag tegen naaste rivaal Blerick in de vanwege corona uitgestelde vijfde ronde van de KNSB-competitie is degradatie voor BSG dichtbij gekomen. De ploeg moet hopen dat Spijkenisse en datzelfde Blerick hun inhaalwedstrijden (ruim) verliezen om in de eerste klasse te blijven.

Het seizoen voor BSG begon nog goed met een vrij overtuigende overwinning op De Stukkenjagers. Dat zij uiteindelijk kampioen zouden worden, konden we toen niet bevroeden. De kansloze nederlaag tegen Paul Keres 2 was een domper, maar daar stond een nipte zege tegen Spijkenisse tegenover. Met 4 matchpunten uit 3 duels deed BSG lekker mee.

Daarna volgde de ene na de andere tegenslag. De wedstrijd tegen Vianen was een regelrechte afgang en na een extra lange winterstop ging de wedstrijd tegen Krimpen aan den IJssel ook nog op schlemielige wijze verloren. Toen ook UVS nipt te sterk was, waarde het degradatiespook rond in Bussum.

Nog erger was dat Coen in de tussentijd ongeneeslijk ziek was geworden. Enkele dagen na de gewonnen wedstrijd tegen Delft overleed hij. Op de borden zette de misère zich voort. De uitwedstrijd tegen LSG ging dik verloren en dus kwam alles aan op het inhaalduel tegen Blerick, de nummer laatst. Bij een overwinning zou BSG zich handhaven, bij een nederlaag of gelijkspel kon het nog misgaan.

Om tegen het onberekenbare team van Blerick, dat voor 90% uit Duitsers bestaat, goed voor de dag te komen, had BSG een konijn uit de hoge hoed getoverd. Het was Harmen Jonkman, de grootmeester uit Beverwijk, die voor deze gelegenheid was opgetrommeld. Met dit geheime wapen trok BSG ten strijde tegen het Noord-Limburgse team, dat het hele jaar al ver beneden haar kunnen had gespeeld.

Kansen om de wedstrijd te winnen waren er ook. Aan het eerste bord was Mark, de man in vorm, gezet. Hij kwam tegen een moeilijke naam goed te staan, maar miste in het eindspel ergens een winst en moest met remise genoegen nemen. Aan het tweede bord speelde Rein zijn gebruikelijke Caro-Kann en boekte eveneens een nette remise. Daarmee had het tactische deel van de tactische opstelling goed uitgewerkt.

Waar de tactische opstelling niet in voorzien had, was de geruisloze nederlaag die Harmen Jonkman leed tegen Jürgen Kaufeld. Die nederlaag werd overigens weggewerkt door Ton, die tegen Dirk Bergmans in de opening werd overlopen, maar op last van de teamleider moest doorspelen. Gelukkig betaalde het speelsterkteverschil zich uit en kon Ton in de counter het punt binnenslepen.

Niet erg gelukkig met zijn partij was FM Henk. Tegen een moeilijke naam kreeg hij in de opening door een trucje groot voordeel. De zwarte koning kwam in het centrum te staan, maar vreemd genoeg stond de monarch daar nog redelijk veilig. Niet lang nadat de dames geruild waren, konden de handjes worden geschud.

Ewood speelde een erg lange partij tegen Marcel Becker. Hij dacht de hele partij goed te staan, maar helaas miste hij de finishing touch en moest hij in remise berusten. Nog slechter verging het het Apenhoofd, dat tegen Eugen Heinert, de man met de Frans aandoende voornaam die je dan weer niet op zijn Frans schijnt uit te spreken, in het Frans met een dijk van een stelling uit de opening kwam. Het afmaken lukte niet zo en nadat het Apenhoofd zich in tijdnood aan een domme pion had vergrepen, kreeg hij het zelf ineens voor zijn kiezen. Het seizoen voor hem en BSG in een notendop.

Iskander kwam behoorlijk goed uit de opening nadat tegenstander Thomas Krause wat lichtzinnig een pion had geruild. Hij dacht daarna lekker op de koningsvleugel aan te vallen, maar liep in het mes en werd van het bord gecounterd. Meer geluk had Ruben, die tegen Ulf Gohla in een minder eindspel het vege lijf redde door zijn zwakke loper voor een paar pionnen te ruilen.

Aan het laatste bord won Timon na een wilde partij, waarin tegenstander Heiko Kesseler wat losjes een kwaliteit offerde. In het vervolg wist Timon hem steeds meer stukken af te troggelen en te winnen. Genoeg voor de winst was het niet en in plaats daarvan verloor BSG voor de derde keer dit seizoen met 5½-4½.

Het lot van BSG ligt nu in handen van de inhaalduels LSG 2 – Blerick en Spijkenisse – Krimpen aan den IJssel. BSG moet hopen dat Blerick met drie punten of meer verschil verliest van LSG 2, dat het kampioensduel van De Stukkenjagers verloor en promotie naar de meesterklasse kan vergeten, ondanks dat er door het terugtrekken van En Passant een extra promotieplaats is. Spijkenisse staat een matchpunt achter BSG en Blerick en moet een resultaat halen in de inhaalwedstrijd op 11 juni. Tot die tijd is het dus bibberen voor BSG. Vervelend vooral dat dat helemaal niet nodig had hoeven zijn met een beetje meer rust voor de kool.

Blerick 1 (2198) BSG 1 (2149) 5½-4½
1. Kevin Zolfagharian (2239) – Mark Grondsma (2114) ½-½
2. Marius Gramb (2202) – Rein Brouwer (2036) ½-½
3. Jürgen Kaufeld (2263) – Harmen Jonkman (2380) 1-0
4. Dirk Bergmans (2052) – Ton van der Heijden (2266) 0-1
5. Dmitrijus Chocenka (2335) – Henk van der Poel (2211) ½-½
6. Marcel Becker (2341) – Ewoud de Groote (2222) ½-½
7. Eugen Heinert (2198) – Jesper de Groote (2216) 1-0
8. Thomas Krause (2093) – Iskander Schrijvers (2037) 1-0
9. Ulf Gohla (2104) – Ruben Hilhorst (2012) ½-½
10. Heiko Kesseler (2064) – Timon Brouwer (1996) 0-1

09 mei 2022

Mooie zege Verstappen in Miami

Max Verstappen heeft in Miami zijn derde overwinning van 2022 behaald. Na een kort gevecht rekende hij af met Charles Leclerc, die tweede werd voor Carlos Sainz in de andere Ferrari en Sergio Pérez in de tweede Red Bull.

Racen op een parkeerplaats: Amerikaanser dan dat kan bijna niet. In Miami vormde een geschilderde jachthaven het decor van de vijfde race van het seizoen, die als Grand Prix van Miami door het leven zou gaan. Op het bijna vijf en een halve kilometer lange Miami International Autodrome zijn de crashes niet van de lucht. De vangrails staan dicht op het parcours en door de slechte kwaliteit van het asfalt worden de foutjes genadeloos afgestraft.

Uitgevallen, gewonnen, uitgevallen, gewonnen: die haast Amerikaanse score had Max achter zijn naam voor hij in Amerika aankwam. Positief was dat hij de races waarin zijn Red Bull heel bleef had gewonnen, maar minder positief was dat hij door de slechte betrouwbaarheid tegen een achterstand van 27 punten op Leclerc aankeek in het kampioenschap.

In de trainingen gaat het dankzij allerhande betrouwbaarheidsproblemen niet veel beter en in de kwalificatie veroordeelt een foutje hem tot een plek op de tweede startrij achter de Ferrari’s van Leclerc en Science, wat betekent dat hij in de race nog een hoop werk heeft te verzetten.

Bij de start rekent hij meteen al met zijn oud-teamgenoot af. Science komt vanaf de stoffige kant van de startopstelling goed van zijn plek, maar is wat voorzichtig in de eerste bocht. Max weet wel van aanpakken en gaat de Spanjaard brutaal buitenom voorbij.

De volgende Ferrari gaat niet veel later voor de bijl. Wanneer Max na een handvol ronden het tempo opvoert, rijdt hij naar de staart van Leclerc. Met behulp van de drie DRS-zones en de enorme topsnelheid van zijn Red Bull gaat hij de Monegask in de negende ronde vrij eenvoudig voorbij.

Daarmee is hij er nog niet, want vervolgens krijgt Leclerc DRS en doet hij enkele pogingen om de koppositie weer terug te pakken. Leclerc moet de aanval opgeven wanneer hij te wijd door een bocht gaat, naast de ideale lijn komt en meteen een volle seconde verliest. In het vervolg ziet hij Max aan de horizon verdwijnen.

De andere Red Bull, die van Pérez, begint zich ook te roeren. De Mexicaan meldt zich aan de staart van Science, maar net als hij zich wil opmaken om de Spanjaard aan te vallen, verliest hij vermogen. Het probleem wordt pas verholpen op het moment dat Pérez zeven seconden is kwijtgeraakt.

Verstappen ligt op zijn beurt zo’n vier seconden voor op Leclerc, die halverwege de race als eerste in de kopgroep zijn banden laat verwisselen. Max stopt twee ronden later. Het gat krimpt niet, maar verdubbelt juist en daarmee lijkt de race gereden.

De spanning komt terug als Alonso Gasly tegen het einde van de race torpedeert in de drukke middenmoot. De Fransman raakt meteen zijn plek kwijt aan Stroll en wordt daarna in zijn kreupele bolide ook door de beide Haasjes ingehaald als hij naast de ideale lijn komt. Norris probeert in het spoor van de witte bolides mee te gaan, maar snijdt Gasly af en eindigt met een harde klap in de muur. Vanwege het ongeval komt eerst de virtuele safetycar op de baan, gevolgd door de echte.

Red Bull maakt van de gelegenheid gebruik door Pérez nogmaals naar de pits te halen, zonder dat het hem zijn vierde plek kost. Achter hen maakt de als twaalfde gestarte Russle zelfs pas zijn eerste pitstop van de middag. Hij verliest alleen zijn plek aan Bottas en Luis.

Door de neutralisatie krijgt Leclerc een tweede kans om de race te winnen en hij grijpt die kans bij de herstart met beide handen aan. Rondenlang legt hij Max het vuur aan de schenen, maar de Nederlander geeft geen krimp. Achter hen jaagt Pérez Science op, maar omdat zijn motorprobleem nog steeds niet helemaal is opgelost, kan hij niet echt een vuist maken. Eenmaal stuift hij de Ferrari in de eerste bocht voorbij. Hij haalt de bocht niet, dus kan Science zijn derde plek meteen weer terugpakken.

Achter de Red Bulls en Ferrari’s ontfutselen de Mercedes Bottas de vijfde plek als de Fin een fout maakt en wijd gaat. Russle gaat Luis vervolgens voorbij, maar moet de inhaalactie overdoen omdat hij bij buiten de baan was gekomen. In tweede instantie gaat Russle zijn steen en been klagende teamgenoot dan toch voorbij.

Mick lijkt intussen op weg naar zijn eerste punten, maar als hij een foutje maakt, gaat Fattle hem voorbij. Mick probeert zijn plek meteen weer te heroveren, maar doet dat zo lomp dat hij Fattle uit de race ramt. In een-na-laatste ronde doet teamgenoot Magnussen het nog eens dunnetjes over door Stroll in de tweede Aston Martin op een lompe manier van de sokken te rijden. De aanstichter moet vanwege een gebrek aan nieuwe voorvleugels meteen opgeven.

Max rijdt in de slotfase bij Leclerc weg en boekt zijn derde overwinning van het seizoen. Een knappe zege, die door het bonuspunt voor de snelste raceronde nog een gouden randje krijgt. Science houdt Pérez achter zich, terwijl Russle voor de vijfde keer op rij in de top 5 eindigt. Luis wordt zesde, voor Bottas.

Alonso komt als achtste over de streep, maar krijgt voor zijn banzai-move op Gasly en voor het afsnijden van de baan twee tijdstraffen, waardoor hij nog buiten de punten eindigt. De laatste punten gaan zodoende naar Ocon, Albon en Stroll, die alle drie achteraan gestart waren.

Ricciardo krijgt voor het afsnijden van de baan ook nog een straf en eindigt nog achter Tsoenoda als dertiende. De totaal onzichtbare Latifi komt als veertiende over de streep, terwijl Mick vijftiende en laatste wordt. Naast teamgenoot Magnussen zagen ook Fattle, Gasly, Norris door botsingen de finish niet, terwijl Joe vroeg in de race door een waterlek moest opgeven.

Door zijn zege verkleint Max het gat naar Leclerc tot 19 punten. Kan hij het gat naar de Monegask over twee weken in Spanje verder verkleinen, of heeft Ferrari dan iets extra’s achter de hand?

05 mei 2022

Roerige weken

Soms heb je van die perioden in je leven dat zo’n beetje alle dingen die mis kunnen gaan tegelijk misgaan. De afgelopen twee weken zat ik in zo’n periode.

De ellende begon allemaal precies twee weken geleden, toen ik kennelijk iets verkeerds had gegeten. Die nacht leek het wel alsof er een steen in m’n maag lag. Mijn maag en darmen rommelden en ik kon voor geen meter slapen. Na een heel klein beetje maagzuur en een paprikavelletje te hebben uitgebraakt, ging het wel weer, maar toch voelde ik me de dag erna niet best. Geen goede voorbereiding voor de schaakpartij voor de dag erna, die ik vanwege mijn pijnlijke buik bijna nog aan me voorbij had laten gaan.

Na twee dagen te hebben gevast, voelde ik me een stuk beter. Helaas ging in de nieuwe week mijn droger kapot. Ineens kreeg ik elke twee minuten de melding het waterreservoir te legen, hoewel er natuurlijk geen druppel water in zat. Na een zoektocht op internet had ik door wat er waarschijnlijk aan de hand was. Maar wat doe je dan? Ik durfde het ding niet helemaal uit elkaar te schroeven, omdat ik wist dat ik ‘m daarna nooit meer goed terug in elkaar zou kunnen zetten. Een monteur ernaar laten kijken zou ook een paarhonderd euro kosten. Voor dat geld zou ik al bijna een nieuwe droger kunnen kopen.

In de tussentijd kreeg ik ook nog met een verstopping te maken. Het water in de gootsteen liep niet heel goed meer weg. In mijn keukenkastje kon ik ook geen gootsteenontstopper meer vinden. Het staat me vaag voor de geest dat ik mijn korrels natriumhydroxide ooit aan m’n ouders heb gegeven. Zoutzuur en ammoniak durfde ik niet door de gootsteen te gooien. Wat doe je dan? Op internet vond ik de gebruikelijke verhalen over de reinigende werking van zuiveringszout en azijn. Azijn had ik nog wel, maar dat zuiveringszout had ik natuurlijk niet. Gelukkig had ik nog een ongebruikt pak zelfrijzend bakmeel in de keuken. Daar zit ook zuiveringszout in, dus gooide ik er wat van in de gootsteen. Wat azijn erbij en de boel zou moeten gaan bruisen.

Dat gebeurde niet en tot overmaat van ramp bleek het zetmeel van het bakpoeder de verstopping alleen nog maar erger te hebben gemaakt. Na veel geploeter wist ik de prop, die wel wat weghad van wat vroeger een negerzoen heette, uit de zwanenhals te verwijderen, waarna de gootsteen weer doorliep.

Vervolgens begon mijn rookmelder te piepen omdat de batterij op was. Zo erg als anderhalf jaar geleden, toen alle in huis aanwezige rookmelders bij de oude lui om de een of andere reden in koor gingen loeien, was het niet, maar ik begon me er wel steeds meer aan te irriteren. Het vervelende was dat ik de rookmelder ook maar niet gedemonteerd kreeg. Keer op keer haalde ik de stroom eraf om in het donker met een schroevendraaier in dat ding te poeren, zonder dat ‘ie openging. Wat doe je dan? Na vele pogingen lukte het me uiteindelijk toch en haalde ik de batterij eruit, zodat ik toch nog rustig kon slapen.

Ondertussen had ik ook een afspraak gemaakt voor de droger. Door niet specifiek te googelen op reparateurs van het merk zelf, maar van reparateurs van witgoed in het algemeen, kwam ik op een beduidend lagere prijs uit. Ik besloot een afspraak voor maandag in te plannen, maar ik kreeg op zaterdag al een telefoontje van de monteur of hij die dag al langs kon komen. Was dat even boffen!

De monteur had helaas minder goed nieuws. De pomp was kapot, dus moest hij een nieuwe bestellen. Inclusief montage was ik zodoende alsnog een paarhonderd euro kwijt. Ook had ik naar verwachting nog een week geen werkende droger. Had ik toch maar beter een nieuwe droger kunnen kopen… Gelukkig belde hij die maandag dat hij de pomp gauw had, maar dat hij het ding vanwege autopech pas op woensdag kon monteren.

In de tussentijd was ik opnieuw niet lekker geworden. Een verkoudheid had het kennelijk op mijn evenwichtsorgaan gemunt, waardoor ik een paar dagen goed wankel was en ik me zelfs achter m’n bureau duizelig voelde. Ik besloot me daarom maar ziek te melden in dit korte weekje, waarin ik eigenlijk verwacht had verslaggevertje te moeten spelen. Maar ja, ik ben er niet voor benaderd. Tss! Al met al kwam het dus niet eens zo slecht uit.

In ieder geval had ik nog een paar dagen om de droger, die ik in de gang had gezet, te inspecteren. Gisteren zat ik braaf de hele dag op die monteur te wachten, maar tevergeefs. Ik besloot daarom deze ochtend het bedrijf maar te bellen. Dat had succes, want later die dag zou de monteur dan eindelijk komen. Ergens tussen half drie en half vier. Het werd natuurlijk dat laatste. De nieuwe pomp was gauw geïnstalleerd, waarna we de droger weer op de wasmachine zetten.

Daarmee kwam er een einde aan een twee weken durende klucht. Of nog niet helemaal, omdat ik vergeten was een nieuwe batterij bij de supermarkt te halen. Duimen dus dat er de komende dagen geen brand uitbreekt…

24 april 2022

Slappe hap in Leiden

BSG heeft zich in de strijd tegen degradatie een slechte dienst bewezen door veel ruimer dan nodig van het sterke LSG 2 te verliezen. Door de nederlaag zal alles afhangen van de inhaalwedstrijd tegen Blerick over vier weken.

De voortekenen voor de wedstrijd tegen LSG 2, dat op de ranglijst slechts een plekje boven BSG stond omdat het een wedstrijd minder gespeeld heeft, waren al niet heel goed. BSG begon zonder voorbereiding, maar met een volle ziekenboeg aan de wedstrijd. Iskander had een dag voor de wedstrijd een flinke verkoudheid opgelopen, terwijl het Apenhoofd iets verkeerds had gegeten en tot vlak voor de wedstrijd niet wist of hij wel mee kon spelen.

BSG trad de gastheren tegemoet met een heuse tactische opstelling in de hoop in ieder geval met nog wat bordpunten en eventueel zelfs wat matchpunten naar Bussum mee te nemen. Het ambitieuze strijdplan werd echter slecht uitgevoerd en kwam daardoor totaal niet uit de verf.

Aan de hoogste borden werden soepeltjes vier nullen gepakt. Ruben was aan het kopbord nog als langst bezig, ook omdat tegenstander Raoul van Mafketel in een gewonnen dame-eindspel de grootste moeite had om de trekker over te halen. De tot gisteren nog ongeslagen Rein liet zich aan het tweede bord gelaten afslachten door Rudy van Wessel, terwijl Iskander het niet kon bolwerken tegen Martin Roobol. Timons leeuw was niet veel meer dan een bang katje tegen Alexander Polak en dus hadden de eerste vier borden slechts als kanonnenvoer gediend.

Meer mocht verwacht worden van de middelste borden, waar BSG beter zou moeten scoren, maar ook dat viel tegen. Ewood bereikte een droomstelling tegen Eelke Wiersma, die net als hij de laatste jaren veel egopunten is kwijtgeraakt. Het werd echter zwart voor zijn ogen en dus moest hij uiteindelijk vol zelfwalging zijn koning omleggen.

Beter verging het Vrolijke Frans, die volledig hersteld was van een corona-infectie en dankbaar was dat hij niet in het bezit was van het verkeerde neanderthaler-DNA. Ook was hij blij om met zwart te spelen, omdat hij dan “niet creatief” hoefde te zijn en “alleen maar hoefde tegen te houden”. Tegen Stefan van Blitterswijk pakte die tactiek goed uit en kon hij vanuit een prima stelling gauw een halfje laten bijschrijven.

De volgende twee borden leverden echter weer twee nullen op. Ton speelde iets veel te ingewikkelds en kwam tegen Peter Passenier volledig aangelijnd te staan, dus ging ook hij de bietenbrug op. De domper van de middag was dat FM Henk een fantastische stelling tegen Michiel van Wissen grondig wist te verkloten en ook een vette nul kreeg te slikken.

Het geluk van BSG had zich geconcentreerd in de laatste twee borden. Mark speelde een beetje een gare zijvariant van het Frans die uiteindelijk tot een normale Fransoos leidde. Hij leek goede kansen te hebben om de damevleugel, waar tegenstander Jan Hellenberg zijn koning had verschanst, open te breken. In plaats daarvan offerde hij nogal losjes een pion op f5 en werd het een heksenketel. Na betere kansen gemist te hebben, wist hij het toreneindspel nog te winnen.

Het Apenhoofd was als straf voor het verneuken van een geweldige stelling op het laatste bord gezet en dat kwam gezien zijn gezondheidstoestand niet zo gek uit. Met zijn pijnlijke buik kwam hij langzaam maar zeker steeds minder te staan tegen Wim Heemskerk, die in tijdnood tot twee keer toe hetzelfde schaakje in zijn vooruitberekeningen miste en grof materiaal kon inboeten, zodat het Apenhoofd na afloop zijn Xiaomei al glunderend een rondleiding door het wat aftandse Leidsche Denksportcentrum kon geven. Het diner in de Bussumse pizzeria sloeg hij over voor een soepje op basis van rijst en kip.

Zodoende stokte de teller voor BSG op een magere 2½ bordpunt. Door de overwinning van UVS tegen Blerick staat BSG nu op de achtste plaats. Op 21 mei moet het uitduel tegen datzelfde Blerick gewonnen worden om zeker te zijn van nog een jaartje in de eerste klasse. Gezien de vorm waarin het team verkeert, wordt dat nog een loodzware opgave. Bij een gelijkspel of een nederlaag is BSG helemaal afhankelijk van de resultaten van Spijkenisse en Blerick in de inhaalduels. Met een beetje pech is zelfs een roemloze laatste plaats nog mogelijk.

LSG 2 (2228) – BSG (2124) 7½-2½
1. Raoul van Ketel (2254) – Ruben Hilhorst (2019) 1-0
2. Rudy van Wessel (2361) – Rein Brouwer (2030) 1-0
3. Martin Roobol (2278) – Iskander Schrijvers (2042) 1-0
4. Alexander Polak (2210) – Timon Brouwer (2023) 1-0
5. Eelke Wiersma (2253) – Ewoud de Groote (2225) 1-0
6. Stefan van Blitterswijk (2298) – Frans Borm (2091) ½-½
7. Peter Passenier (2140) – Ton van der Heijden (2272) 1-0
8. Michiel van Wissen (2238) – Henk van der Poel (2227) 1-0
9. Jan Hellenberg (2089) – Mark Grondsma (2088) 0-1
10. Wim Heemskerk (2163) – Jesper de Groote (2220) 0-1

Stand onderin:

7. UVS 6 matchpunten, 37½ bordpunt, 1 wedstrijd te spelen
8. BSG 6 matchpunten, 34½ bordpunt, 1 wedstrijd te spelen
9. Spijkenisse 5 matchpunten, 33 bordpunt, 2 wedstrijden te spelen
10. Blerick 4 matchpunten, 29½ bordpunt, 2 wedstrijden te spelen