08 maart 2009

BSG blijft super gelijkmatig

Geen stunt tegen SO Rotterdam

Het eind van de KNSB-competitie komt in zicht. Gisteren werd de zesde ronde gespeeld. BSG mocht op bezoek bij SO Rotterdam, in Rotterdam dus. BSG behaalde weer een typische BSG-score: het werd 8-2. Alleen tegen HMC (8½-1½) en Voerendaal (3-7) werd er met een andere score verloren.

Anders dan bij de andere uitwedstrijden kwam VR bij ons logeren. Het was een beetje een rare avond, want het schaken leek op de laatste plaats te komen. Ewood wilde graag het spel Stunts spelen. Dat is een DOS-spel uit 1990, waarin je met blokkerig uitziende auto’s op een zelf ontworpen circuit allerlei stunts kunt uithalen. VR vond het maar niks en Ewood ging daarom maar een vaag spel doen met poppetjes die bommen moesten neerleggen. Later gingen VR en Ewood onder het genot van een bak chips tegen elkaar schaken. Ewood won verrassend met 5½-4½ in een match waarin zwart het vaak voor het zeggen had.

De avond ging voorbij en de voorbereiding schoot er een beetje bij in. VR had zich alleen voorbereid op Luc Winants, Ewood had zich op iemand voorbereid die "dit jaar nog niet aan bord acht had gezeten" en ik… Ik had alleen een aantal partijtjes bekeken… Bijna zonder voorbereiding zou ik de confrontatie aangaan met een speler die zo’n 300 punten meer achter z’n naam had staan. Ik had dus weinig te verliezen…

De match

De wedstrijddag was weer een prachtige dag. Het was mooi lenteachtig weer en ik had er wel zin in. We moesten om kwart over tien verzamelen op Naarden-Bussum, wat ook wel lukte. Ik had wat croissants gehaald en ik had m’n fiets nog in de tuin gelaten, om naar het station te fietsen. Zei Ewood ineens dat we met de auto gingen, omdat zijn fiets nog steeds stuk was…

Op het station was toen alleen nog FM Henk. Voor VR was het de eerste keer dat hij op Naarden-Bussum was, zei hij. Later kwamen EB en Ton aan. In de trein gingen zij Ewoods Gibraltarquiz nog maken. Ook gingen we nog wat openingen uitvoeren op Ewoods magneetbordje. VR wilde wel Schots met Pf5 doen, zei hij. Ewood toonde echter vrij simpel aan dat die opening erg slecht is voor wit, waarna VR de variant wilde spelen die hij twee jaar geleden ook tegen Good Luc speelde, wat ik wel grappig vond.

Ruim op tijd kwamen we aan in het diepste punt van Nederland, waarna we met de benenwagen naar de speelzaal liepen. Le meende dat het dezelfde school was als waar het Huttontoernooi in 2006 werd gespeeld, maar hij had het mis. Ik had het ook wel raar gevonden om in dergelijke kleine lokaaltjes te gaan spelen.

De speelzaal was vrij klein en er waren slechts analoge klokken. Het verbaasde me dat het meesterklasseteam van SO Rotterdam maar twee teams in de KNSB-competitie had zitten. Het duurde even voordat ik mijn plaatsje had gevonden. Ik zat aan bord 7. De oneven borden zaten aan de raamzijde en de even borden in de rij daarnaast. Daarnaast speelde het tweede team van de thuisclub.

Opstelling

Rotterdam speelde met twee invallers (en niet vier zoals de teamleider achteraf mededeelde): Luc Winants en Zhaoqin Peng deden niet mee. Zij werden vervangen door Stephane Hautot (een Fransoos die niemand kende) en Etienne Goossens. Dat kon je nou ook weer niet een hele dramatische verzwakking noemen. BSG was helemaal compleet.

VR was aan bord 1 opgesteld en hij trof Dimitri Reinderman. Die schrok daar toch een beetje van. Leon Pliester speelde aan bord 2, ondanks zijn score van ½ uit 5. Met Hans Ree aan #3 en Large aan #4 was de opstelling vrij gewoon te noemen. Zelf speelde ik tegen Martin Martens. Ik dacht dat dat een speler was van AZ, maar hij blijkt dus ook te kunnen schaken.

Twaalf uur

De wedstrijd begint al om twaalf uur, wat ik niet erg vind. Hoe eerder, hoe beter. Helaas was ik zo met mijn partij bezig, dat ik weinig van de andere partijen heb gezien. Professioneel, hè?

Hieronder een samenvatting van de partij. Hoewel ik lang bezig was, duurde de partij "maar" 51 zetten. Mijn andere twee witpartijen duurden meer dan 100 zetten!

Jesper de Groote [2068] – Martin Martens [2393]

Toen ik aan m’n bord kwam zitten, stelde ik me voor mijn doen heel zelfverzekerd voor. Dat is vaak een goed voorteken bij mij.

De partij begon met 1.e4 c5 2.Pf3 e6 3.d4 cxd4 4.Pxd4… Dat had ik in de trein nog op het bord gehad, maar 4…a6 niet. Ik deed 5.Ld3!? Dat wist ik me nog te herinneren. Mijn tegenstander deed gauw 5…Pf6 en ik besloot 6.c4?! te doen. Volgens Ewood was 6.0-0 nauwkeuriger. Volgens VR kan ik nog veel winst boeken in de opening. Dat weet ik, maar in de partij bleek dat ik ook op andere gebieden nog het een en ander kan winnen…

Er ontstond een soort egelopstelling. In een van de boekjes van "Elementen van de schaakstrategie" laat Herman Grooten zien hoe zijn geliefde systeem een aantal witte stellingen uitrookt. Dat gebeurde nu niet en ik had het idee dat ik behoorlijk goed stond.

Ik had hier vrolijk 18.Dd4 gespeeld en ik zag het zonnig in: Zwart moet b6 redden, maar bijvoorbeeld 18…Pfd7 gaat niet, want dan hangt d6. Op 18…b5 komt 19.cxb5 axb5 en dan 20.Db4 of zelfs 20.Db6 en zwarts b-pion is zwak. Natuurlijk zag ik wel dat de dame kwetsbaar stond, maar ik dacht dat zwart niet kon profiteren…

Er volgde 18…Pd5!? en ik zag dat ik of met een slechte stelling kwam te zitten, of dat ik m’n dame moest offeren. Na de partij zei m’n tegenstander dat hij ook 18…Pxe4 had overwogen. Dan kan wit nog 19.Dxb6 doen, wat niet zo duidelijk is. Of de stelling na 19.fxe4 beter of slechter is dan in de partij, weet ik ook nog niet. Ik sloeg het paard verrassend met de e-pion, omdat ik dacht dat ik na 19.cxd5 Pxf3+ 20.gxf3 Lxd4 21.Pxd4 Tc8! problemen zou krijgen als de torens van het bord gingen.

Helaas had ik het idee dat ik door de combinatie slechter was komen te staan. Wel had ik drie stukken voor een (passieve) dame, waardoor ik meer "velden" had, aan de andere kant miste ik op de koningsvleugel enkele pionnen.

Dit was de stelling na de combinatie. Zwart heeft zojuist 23…f5 gedaan en ik greep naar 24.Pg3?! om de opstoot van de g-pion te verhinderen. Ik vervolgde met het plan om de loper op b1 "aan het werk" te zetten via d3-f1, ook omdat zwart zijn loper op a8 omspeelde naar c8. Pas op de 29e zet zag ik dat het niet meer op deze manier verder kon:

Ik had hier 29.a5 gespeeld, om met Pa4 en c5 mijn stukken te activeren. Ik had toen wel spijt van zetten als 27.Te1? en 28.Lg2? Na 29.a5 nam de partij een hele andere wending. Opeens had ik het initiatief. Te lang had ik het niet aangedurfd om (nog meer) pionnen te offeren om mijn stukken te laten meedoen en dat werd me bijna fataal.

"Hoe zal ik op c5 slaan?" Met de toren? Dat valt een dame aan. Of met het paard? Dan dreigt er een aftrekaanval. Jammer genoeg is 32…Dd6 dan wel sterk. Dus besloot ik tot 32.Lf1!? "Die pion loopt niet weg," werd mij dan verteld. De pion op d5 is plotseling indirect gedekt. Helaas sloeg ik na 32…Dg7!? alsnog met het verkeerde stuk op c5: 33.Txc5? g4! en er kwamen weer nare problemen.

De zet voor de tijdcontrole. Ik had nog maar iets van een minuut voor de laatste zet en ik deed 40.d7. Nu was zwart aan zet en hij deed een matige: 40…Tg8? Hier was 40…Df6 beter geweest. Na 40…Tg8 dacht ik dat ik gewonnen stond, want zwart laat een paar torens ruilen. Na afloop liet Leon Pliester zien hoe ik "simpel" had kunnen winnen. Ik kon hier in ieder geval lang nadenken over hoe ik de "beslissende klap" kon uitdelen, maar hoe langer ik keek, hoe minder duidelijk het werd. Na een half uur (!) nadenken deed ik eindelijk het voor de hand liggende 41.Pxf5.

Zwart deed 41…Df6, waarna 42.Txe5 volgens Leon zou hebben gewonnen. Ik dacht dat 42…Txg1+ 43.Lxg1 Dg6 dan lastig was, maar dat is niet zo. Er dreigt steeds Te8 met winst. De weerlegging van 42.Txe5 is echter 42…Dxe5! 43.Ld4 Dxd4 44.Pxd4 f2! Ik deed het subtiele 42.Tc8, want ik wilde de koning op de achterste rij houden, zodat ik onder omstandigheden met schaak kan promoveren.

Er volgde echter 42…Tgf8! Niet gezien! Ineens dacht ik dat ik weer verloren stond. Volgens Leon moest ik nu gewoon "consolideren" met 43.Pg3. "Dan zie je wel of het remise wordt, want NU moest je maar hopen op remise." Zoiets zei hij. Ik dacht echter met 43.Lh4 te winnen, maar ik zag wat over het hoofd… 43…Dxf5! Beter dan 43…Dxb6? 44.Lxd8 Txd8 45.Pd6 (45.Txd8+ Dxd8 46.Ph6! wint nog sneller) en zwart gaat keihard z’n ondergang tegemoet. 43…Dxf5 is hele andere koek: 44.Txd8 Txd8! (Niet gezien! Ik dacht dat hij meteen 44…f2 zou doen) 45.Lxd8 f2!

Hier meende ik 46.Le7 te kunnen doen, maar dan is 46…Df3 opeens mat. Ik had dus maar één zet: 47.Kg2 en hopen dat het remise wordt. Dat gebeurde dan ook na 47…fxg1D+ (eigenlijk een omgekeerde toren) 48.Kxg1 Dg4+ 49.Kf2 Df5+ en de zetten werden nog even herhaald. Op de 51e zet fluisterde m’n tegenstander iets, maar hij schreef geen remisetekentje. Ik vroeg maar of hij remise aanbood en hij bevestigde. Dat kan ik niet weigeren. Thuis bleek dat zwart met 48…Dg6! had kunnen winnen: Na 49.Kh1 of f2 en steeds dreigt er een dubbele aanval op f7, waardoor ik m’n loper niet naar e7 kan halen.

Een zwaarbevochten remise in een leerzame, dus niet al te hoogstaande partij. Een mooie partij voor de neutrale toeschouwer, derhalve. Na afloop kon ik nog even nakaarten met m’n tegenstander. Alleen Large was toen nog bezig. De stand was toen 7½-1½ in Rotterdams voordeel. Wat was er misgegaan?

Aan bord 1 besloot VR te gaan offeren, maar zijn aanval sloeg niet door. Na een paar uur kon hij alweer naar huis. Ook Leon verloor vlug. Hij waagde zich aan een Sveshnikov en raakte door een dubbele aanval al gauw in moeilijkheden. ½ uit 6 inmiddels. Hans Ree maakte weer eens remise met wit. Large stond de hele partij moeilijk, maar hij wist uiteindelijk nog knap een halfje te scoren. FM Henk stond erg goed, heb ik gehoord, maar hij raakte de draad kwijt toen zijn tegenstander een soort wanhoopsoffensief inzette. Ook Ton van der Heijden ging er vrij hard af. Ondergetekende speelde dus remise, net als Ewood, die tot zijn ongenoegen zag dat hij tegen een onbekende speelde. Hij ruilde vakkundig alles af en maakte remise. Coen stond wel aardig, maar hij verloor toch, net als Le. Hij speelde een truc één zet te laat uit en toen was de truc niet meer goed…

Dat waren dus de uitslagen. Hieronder het overzicht:

SO Rotterdam [2400] – BSG [2231] 8-2
1. D Reinderman g [2546] – V Rothuis m [2331] 1-0
2. F Cuijpers m [2489] – L Pliester m [2361] 1-0
3. M Solleveld m [2495] – H Ree g [2419] ½-½
4. J Bosch m [2422] – La Ootes [2262] ½-½
5. P Vandevoort m [2410] – H van der Poel f [2257] 1-0
6. J van de Griend f [2357] – T van der Heijden [2243] 1-0
7. M Martens m [2393] – J de Groote [2068] ½-½
8. S Hautot f [2338] – E de Groote [2161] ½-½
9. E Goossens f [2278] – C van der Heijden [2090] 1-0
10. B Pel f [2273] – Le Ootes [2118] 1-0

Na afloop gingen we (EB, Ton, Henk, Ewood, Le en ik) nog uit eten en vervolgens met de trein terug. Ondanks dat we een uur eerder begonnen, waren we alsnog laat thuis. Ik was blij met m’n remise, al dacht ik dat er meer in had gezeten. In ieder geval had ik me wel vermaakt en dat is wel het belangrijkste.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten