Er zijn van die dagen, dat je je het even niet meer zit zitten. Vandaag is zo'n dag. Het mag dan wel zo goed als vakantie zijn, dat betekent nog niet dat het ook rustig is. Het afgelopen weekend was al vrij intensief (in de zin van: laat thuiskomen) en vandaag was met hoge temperaturen, gepruts met het openbaar vervoer en een eindpresentatie niet veel beter. Morgen mag ik weer lekker koken en me uitleven op de Internetclubcompetitie, hoewel ik daar momenteel echt geen zin meer in heb.
Laat ik bij het begin beginnen. Zaterdag was er een schaakactiviteit op het Max Euweplein. Genna Sosonko en Hans Remise gaven een kloksimultaan en MadU Tan werkte wat vluggertjes af tegen wie zin had. Verder zouden vier jubilerende clubs namens acht spelers de strijd met elkaar aangaan. Uiteindelijk kwam de bekerwinnaar HMC niet opdagen, waardoor BSG het tegen Wageningen en Caïssa mocht uitvechten. In de miezerregen werden we geacht vier 20-minutenpartijtjes met elkaar uit te vechten. In de praktijk kwam het neer op een dubbelrondige ontmoeting tegen twee tegenstanders.
In de eerste partij speelde ik tegen Rik Salomons van Caïssa. Ik zat de hele partij goed ingesnoerd in Ewoods rode regenjas (!), zonder het ook maar op enig moment een beetje behaaglijk warm te krijgen. Door mijn koudbloedigheid kon ik ook amper nadenken en kwam ik vanuit een Moderne Verdediging (!) al heel snel belabberd te staan. Gelukkig verklooide mijn tegenstander zijn voordeel toen in één zet, waarna ik een pion meer had, maar uiteindelijk net remise kon maken. Het team verloor volgens mij wel.
Na de partij konden we weer een poosje wachten. Wageningen en Caïssa speelden nu, waardoor de BSG'ers een rondleiding kregen door het Max Euwe-Centrum. Gek genoeg waren veel clubgenoten niet aanwezig. Een oude man gaf de vier spelers die er wel waren (de witte, FM Henk en Chris Kooijman en ondergetekende) een wel erg snelle rondleiding, nadat -ie eerder al tien keer had gezegd dat je je jas aan de kapstok kon ophangen. Het is nu misschien een beetje lastig voor te stellen, maar toen was ik dus tot in elke vezel bevroren. Ik hield m'n jas lekker aan. Na de minirondleiding was er een film over Max Euwe. We kregen nog koffie/thee en gebak. De film was om te janken zo slecht (wat oude beelden met dom gebrabbel van de ex-wereldkampioen en in het bijzonder de journalisten erbij), maar desondanks had ik hem wel helemaal gezien. De witte niet, hij liep gauw weg. Ik bleef maar zitten luisteren, alsof het een verplichte les op school was. Je moet toch wat doen, hoewel ik ook steeds kromme tenen kreeg van een dom rijmpje (waarin ze "zwart" op "hard" lieten rijmen en waarbij een ouwe opa steeds te pas en te onpas "ja, ja" zei, alsof er iets heel ongeloofwaardigs werd verteld), dat steeds in een slaapverwekkend tempo tussen de bedrijven door kwam. Het enige positieve was dat de film korter dan het aangekondigde halve uur duurde.
Gelukkig was ik opgewarmd en wist ik Bert Torn, mijn tegenstander van Wageningen, in een positionele partij te overspelen. Desondanks verloor BSG die wedstrijd dik, wat de BSG'ers vooral door het elo-overschot wilden verklaren: het team van Wageningen had een gemiddelde rating van 2080, 30 punten meer dan wat eigenlijk mocht. Ik mocht meteen weer aan de bak en ditmaal verloor ik van Rik S. In een Nimzo wist hij feilloos mijn zwakke plek bloot te leggen: een gebrek aan openingskennis. De uiteindelijke winnaar bleef bescheiden, hij beweerde (ook) niks van de opening af te weten. Die had ik niet aan zien komen. Net zoals zijn 8.Pb5, waarmee hij een lelijke dubbelpion afdwong. Ik ging in stijl verder, liet me nog een geïsoleerde dubbelpion bezorgen, waarna ik het (in tijdnood, zoals gewoonlijk) niet meer kon houden. BSG redde het desondanks wel, voor wie het nog boeit.
Na de partij gingen we wat drinken in het Comedy-Café. We hadden twee consumptiebonnen gekregen voor een drankje en ik benutte er een om een kopje thee te krijgen. De BSG'ers zaten aan het tafeltje aan de trap. De witte zat zelfs zo'n beetje op de trap: één verkeerde beweging en hij lag beneden. Daarna gingen we weer schaken. Opnieuw kreeg ik een soort Moderne Verdediging tegen me en opnieuw speelde ik het niet best. Gelukkig wist ik na veel gerommel door een tactisch grapje materiaal te winnen, waardoor ik de tweekamp met 2-0 won. BSG verloor weer dik, blijkbaar waren mijn resultaten niet representatief voor de match.
Na afloop werden de prijzen verdeeld: iedereen kreeg een tasje met een kaarsje, een cd om de stappenmethode mee te oefenen, een pak ansichtkaarten en een veel te klein T-shirt. Daar doe je het allemaal voor! Het mooiste moest nog komen, want we gingen nog uit eten. We gingen op zoek naar een restaurant dat door Fliffer was aangeraden. De sluwe vos was zelf niet mee om de weg te wijzen, maar na wat omzwervingen hadden we het dan toch gevonden. Wat er nou zo goed aan was, weet ik niet, want behalve de absurd slechte muziek die ze er draaiden, was het eten nou ook weer niet van het niveau waarvan je denkt: "daar kom ik nog een keer voor terug". Hoewel we niet heel snel werden bediend, waren we wel voor het donker thuis. Dat vind ik het aparte van de junimaand: je hele dag-nachtritme raakt verstoord door die lange dagen.
Op Naarden-Bussum haalde ik mijn fiets op. Helaas had een mevrouw het systeem "gesaboteerd" (ze probeerde naar binnen te komen, maar ze probeerde steeds door het hek voor de fietsen binnen te komen.) Daardoor kon ik er niet meer uit. Gelukkig werkte het SOS-systeem wel en meteen nadat er contact was gemaakt, gingen de hekken (voor lange tijd) open en kon ik naar huis.
Schaakvoetbal
Gisteren deed ik mee aan het NK Schaakvoetbal. Ik speelde, net als vorig jaar, voor Soest, dat weer naarstig op zoek was naar spelers. Uiteindelijk besloten ze maar met het team van Amersfoort te fuseren. Amersfoort meldde zich zodoende twee dagen van tevoren af, wat in Utrecht niet met gejuich werd ontvangen. Ook Lonneker meldde zich op het allerlaatste moment af, waardoor het toernooi met slechts veertien teams begon, een beetje lastig als je knock-outrondes wilt spelen.
Ondanks de gunstige prognoses bleef Soest uiteindelijk op zeven man steken. Sommige spelers kwamen niet opdagen en gaven daarbij absurd slechte redenen aan, terwijl andere buitenstaanders uiteindelijk toch maar niet toehapten. Het gevolg: Soest speelde met een man minder en had ook nog eens Behirder op bord 1, eh, 2. Het moet gezegd worden: schaaktechnisch was het niet veel wat de Behirder liet zien. Speelde te traag, mede vanwege zijn roestige openingskennis. Dat kostte hem al heel wat punten. Bovendien wist hij die ene keer dat hij wel gewonnen stond goed te verprutsen. Het resultaat: twee halfjes. Anders dan vorig jaar, moest "Soest" het nu ook vooral van het voetballen hebben. Met Smedemakker hadden we in ieder geval een handige speler in huis. Verder deden de witte, Keffin Rijpert, Peter Sonder, Martijn Jansen en die dikkerd waar ik de naam nooit van onthoud mee. Hoewel de eerste wedstrijd op een ontluisterende manier werd verloren, ging het daarna gauw beter. Tegen het team van Werder Bremen (!) kwamen we zelfs op voorsprong, om uiteindelijk toch met 2-4 te verliezen. Na de voorrondes, die door het wegvallen van Amersfoort (twee extra vrije rondes) extra lang leek te duren, mochten we om de plaatsen 9 t/m 14 strijden: de beslissende penaltyserie tegen het niet al te sympathieke team van Dr. Max Euwe 2 ging jammerlijk verloren.
In de loserpoule waren we wel goed op schot: Charlois Europoort (Feijenoord!) werd met 3-4 verslagen door een doelpunt in de laatste minuut. Unieke gebeurtenis: Behirder maakte het openingsdoelpunt! Met schaken werd ook al van ze gewonnen. Ook de wedstrijden tegen een mij onbekende tegenstander werden gewonnen, waardoor we onze loserpoule glansrijk hadden gewonnen. De loserpoule werd afgesloten met een soort finale: we speelden tegen Rotterdamse Schaak-Rotzooi Ivoren Toren. Met schaken verloren we met 3½-4½, onder andere door een wat ongelukkige nederlaag van Behirder tegen Rick Lahaye. In de voetbalwedstrijd zette hij dat weer recht door een bal prachtig in eigen doel te koppen. Soest won met 5-2 en werd daarmee negende.
De wedstrijd was precies op tijd afgelopen om Dr. Max Euwe 1, waar Ewood voor speelde, kampioen te zien worden. Tegen het team van de Regiostakkers, dat onder leiding van Bobby Fijlsta (1967) het onmogelijke presteerde door met schaken maar met 4½-3½ te verliezen. In de voetbalwedstrijd knalde Twan Burg zijn team in zowat de laatste seconde op 3-3, waardoor Dr. Max Euwe kampioen werd. Mijn cirkeltje voor dit weekend was toen wel weer rond…
Maandag
Vandaag was dan de grote dag aangebroken: de dag waarop ik mijn Masterscriptie zou presenteren. De presentatie zou pas laat in de middag zijn, dus ging ik eerst nog naar Amstelveen. Ik was echter vrij traag en terwijl ik wat tv zat te kijken, stelde m'n pa voor om de Formule 1-race te kijken. Hoewel het eigenlijk niet meer was dan een saaie optocht, was ik vanwege de nieuwe regels wel benieuwd hoe het nou precies ging. Tijdens het schaakvoetbal had ik slechts een deel van de race gezien. Daarna ging ik eindelijk naar Amstelveen. Toen ik mijn fiets in de fietsenstalling zette, zag ik al onheilspellende berichten: er reden amper treinen. Uitgerekend het treinverkeer richting Amsterdam lag plat vanwege een sein- en wisselstoring.
Ik belde daarom maar naar huis, om te vragen wat ik nu het beste kon doen. Beppie vond het toen geen probleem om me maar naar Amstelveen te brengen. Zodoende kwam ik nog op tijd aan en besloot ik mijn presentatie te perfectioneren. Ik zette de verbeterde versie op m'n usb-stick en ging gauw naar de metrohalte. "Gelukkig is er geen metrostoring", dacht ik maar. Dat zou me namelijk wel heel slecht uitkomen. Maar het GVB is de NS niet, hoewel beide openbaarvervoerbedrijven last kunnen hebben van extreem weer. Dat bleek, want terwijl de tijd wegtikte, was de metro in geen velden of wegen te bekennen. Het gevaarte kwam vijf minuten te laat aantuffen, wat betekende dat ik vijf minuten te laat zou komen (ik had een keer geen veiligheidsmarge ingebouwd). Ik hoorde de luidsprekers kraken bij het instappen, de machinist zou weldra zijn excuses aanbieden voor het ongemak, een sympathiek gebaar. Niets daarvan, hij kondigde aan dat het ding tot Amstelveen Centrum zou rijden en dan weer zou terugkeren. Vervolgens herhaalde hij die boodschap bij iedere halte. Opmerkelijk was daarbij dat de beste (?) man constant in de ik-vorm sprak ("ik ben een pendelmetro") en een beetje een rare uitspraak had, dus aan alles was af te leiden dat zijn kennis van de Nederlandse taal niet al te best was (ik weet niet of het een Surinamer of Indiër was.)
Ik was in ieder geval niet blij met het nieuws, want ik zou moeten overstappen op de tram. Die overstap kon me weer een aantal belangrijke minuten kosten. De gebeurtenissen namen weldra een vreemde wending toen de metro trager begon te rijden. Uiteindelijk stopte het ding abrupt, waarna de machinist maar een keer omriep dat de metro geen stroom meer had. Blijkbaar konden de waterkrachtcentrales door de droogte geen energie meer opwekken, dacht ik, maar waarschijnlijk was de stroomuitval lokaal. Nadat we een tijd in de brandende zon hadden stilgestaan, kwam de machinist met een bosje sleutels aanzetten en opende daarmee de deur. Een paar GVB-medewerkers hielp ons met het voertuig te verlaten. Een sprong later was ik vrij en liep ik het perron van de halte "Ouderkerkerlaan" op.
Om zo snel mogelijk op de VU aan te komen, besloot ik verder te gaan met de tram. Ik wist dat de tramlijn vlak na deze halte op dezelfde rails zou aansluiten, dus liep ik in de brandende zon naar de volgende halte: Amstelveen Centrum. Daar aangekomen zag ik de metrolijn vlak achter me op het metronetwerk aansluiten. Het volgende station, Oranjebaan, kon ik ook al zien liggen. Dat nodigde me uit om nog een stukje te gaan lopen. Inmiddels was m'n overhemd (!) al flink bezweet, maar op de metrohalte zelf kon ik nog in de schaduw gaan staan. Dat was ook wel nodig, want de tram bleek ook vertraagd: keer op keer werd het aankomsttijdstip uitgesteld. Vervolgens reden er nog twee metro's met het opschrift "niet instappen" langs; dat waren de twee gestrande metro's. Blijkbaar mochten ze geen passagiers meer vervoeren, want ze reden zonder te stoppen langs.
Niemand had meer een idee wanneer de tram nou zou komen. Inmiddels was ik al drie kwartier onderweg en belde ik naar Stumass. In Amstelveen-Zuidwest werd met me meegeleefd. Computerdeskundige Robert raadpleegde alle internetbronnen, maar hoelang het zou duren, bleef een lastige vraag. Uiteindelijk verscheen er een tijdstip op de borden: de eerstvolgende tram zou om 16:40 (één uur en tien minuten na het begin van de presentaties) verschijnen. Al gauw werd dat tijdstip weer veranderd naar 16:24 of zo. Vervolgens bleef het tijdstip veranderen, iedere minuut die verstreek, werd bij het aankomsttijdstip opgeteld. Ik belde bijna de hele tijd met Stumass voor de vervolgstappen. Daarbij kon ik ze moeilijk verstaan, omdat de metro-/tramhalte ligt ingeklemd tussen twee drukke 70-kilometerwegen. Net op het moment dat ik had afgesproken dat ik zou worden gebracht, stond de tram voor m'n snufferd.
Het was inmiddels half vijf en met een beetje goede wil kon ik er in tien minuten zijn. Echter, op de Boelelaan bleef het ding een tijd voor de metrohalte stilstaan, waardoor ik nog meer vertraging opliep. Toen ik eindelijk in het hoofdgebouw was, liep ik Mark L., de hoofddocent van het "vak", tegen het lijf. Ze waren net klaar en ze zouden aan de borrel beginnen. Ik was precies te laat. Kortom: alle moeite was voor niks geweest.
Na nog wat frisdrankjes te hebben gedronken, trok ik me weer terug naar Amstelveen. Drie uur nadat ik was vertrokken, had ik behalve een bezweet pak niks overgehouden aan de reis. Wel was afgesproken dat ik de presentatie een andere keer kon "inhalen" voor een andere groep. Ik had nu klaar kunnen zijn, maar nee… Waarschijnlijk ga ik de presentatie donderdag geven. Grappen over de spierpijn die ik in Utrecht heb opgelopen, kan ik dan waarschijnlijk niet meer maken. Het enige wat ik kan hopen is dat het openbaar vervoer dan geen steken laat vallen.
En ja, morgen is de belangrijke wedstrijd voor de Internetclubcompetitie. Ik heb het afgelopen weekend wel weer genoeg geschaakt. Zin om bij tropische temperaturen weer een serie belangrijke partijen te spelen, heb ik niet. Ik baal enorm van deze situatie, vooral omdat de competitie zo krankzinnig slecht is gepland, waardoor alles op het laatste moment moet en ik niet op anderen kan terugvallen, wat ik op dit moment graag zou doen. Ik ben nodig toe aan vakantie. Hopelijk gaat die vakantie donderdagmiddag ook echt in, dat is het enige lichtpuntje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten