De Olympische Winterspelen zijn alweer een week aan de gang. Daar werd ik vanochtend weer fijntjes aan herinnerd toen ik in plaats van de oeverloze discussies bij een iets te populistisch ochtendprogramma een of andere koekwaus een dodelijk saaie sport hoorde aankondigen.
Het echte nieuws raakte daardoor natuurlijk letterlijk en figuurlijk ondergesneeuwd en dat was jammer, want er gebeurde deze week meer dan genoeg op onze kleine planeet wat het daglicht amper kon verdragen. Het was weer eens goed raak in Amerika, waar een of andere lijpe pipo zeventien leerlingen van zijn vroegere school naar de andere wereld hielp. Het vuurwapengeweld op scholen loopt dit jaar werkelijk waar de spuigaten uit en het zou fijn zijn als de politiek zijn kop een keer uit het zand haalt. Kennelijk is een leven niet heel veel waard in het land waar dagelijks 30 mensen door vuurwapens en 200 door een overdosis om het leven komen.
Dat was het leven van Ruud Lubbers natuurlijk wel. De christendemocraat, die Nederland redelijk succesvol door de kille jaren 80 van Reagan en Thatcher wist te leiden, stierf gisteren op de relatief jonge leeftijd van 78 jaar, wat voor de buitenwereld natuurlijk nogal onverwacht kwam. Voorganger 3s van 8 is immers nog altijd in leven.
In Den Haag was het sowieso een onrustig weekje door wat onhandig gejokkebrok van Halbe Sohle. Wat gepoch over een zogenaamde ontmoeting met wereldverbeteraar Vladimir Poetin kostte hem twaalf jaar na dato dan toch de kop.
Twaalf jaar geleden was ook de tijd dat een nog piepjonge Sven Kramer voor het eerst aan de Olympische Winterspelen meedeed. Destijds behaalde hij bescheiden succesjes, succesjes die slechts een voorbode waren van de stortvloed van bekers en medailles die hij in de jaren daarna bij elkaar zou schaatsen. Alleen die olympische 10 kilometer, die wilde maar niet lukken. Vandaag zou hij dan eindelijk revanche voor zijn mindere optredens tijdens eerdere winterspelen nemen.
Het lukte natuurlijk weer niet. De voor Canada uitkomende Nederlander Ted-John Flowers won het goud voor Jorrit Bergsma. En Kramer? Die zakte door het ijs. De onderstaande grafiek geeft zijn lijdensweg goed weer:
Raceverloop van Kramer (oranje) en winnaar Ted-Jan Bloemen (zwart). Data: Pyeongchang 2018. |
Waar Bloemen een nagenoeg vlakke rit reed, stortten Kramers rondetijden vanaf de tiende ronde langzaam in, zonder dat daar veel snelheid in de beginfase tegenover stond. In de slotfase moest hij dusdanig veel brandstof sparen dat hij tot verbijstering van iedereen nog naar de zesde plek afgleed. De enige die niet verbaasd was, was het lijdend voorwerp zelf. Hoewel hij op de 5 kilometer nog een gouden plak had opgehaald, had hij er voor de wedstrijd al een hard hoofd in. Achteraf is dat natuurlijk makkelijk praten, want hoe vaak had hij in zijn carrière wel niet gewonnen toen hij naar eigen zeggen niet in vorm was?
Kramers offday betekende dat Nederland op vijf gouden medailles bleef steken, waardoor het in het medailleklassement afzakte naar de derde plaats achter Duitsland en Noorwegen. Een tijdelijk dipje, of is het verval nu echt ingezet? Gelukkig is er ’s ochtends nog die koekwaus die me van alles haarfijn op de hoogte houdt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten