Afgelopen week stuurde ik mijn laatste rubriek voor Schakers.info op. Het was een moeilijke beslissing om te stoppen, maar na twee en een half jaar een maandelijkse rubriek op de site te hebben gehad, vond ik het wel weer mooi geweest.
De belangrijkste reden dat ik ermee gestopt ben, is omdat ik de kwaliteit niet meer kan waarborgen. De afgelopen jaren ben ik veel met de Formule 1 bezig geweest en ik merk dat ik daardoor het schaaknieuws steeds minder goed volg. Om een goed artikel te schrijven, moet ik het nodige voorwerk doen en daarvoor heb ik niet altijd meer de tijd of energie (de laatste tijd ben ik nogal vaak verkouden geweest). De druppel was dat mijn schaakniveau de laatste tijd achteruit holt, waardoor ik mezelf niet meer de juiste persoon vind om een scherpe schaakrubriek te schrijven.
Wat ik de afgelopen jaren gemist heb, zijn inhoudelijke reacties op mijn stukken. Ik had gehoopt discussies uit te kunnen lokken, maar dat is helaas niet gebeurd. Ook heb ik nooit feedback op mijn schrijven gehad. Zo weet ik nu nog steeds niet hoe je pakkende inleidingen schrijft.
Toch was het niet allemaal kommer en kwel. De afgelopen jaren heb ik me kostelijk vermaakt met het schrijven van de rubriek. Ik was blij verrast toen ik in mei 2015 werd gevraagd om columnist te worden. Het kwam precies op het moment dat ik mijn boek had uitgegeven en alles in mijn leven goed leek te gaan. Met veel plezier heb ik me op mijn taak gestort. Iedere maand trok ik soms dagen uit om dingen uit te zoeken voor de rubriek die ik wilde schrijven. Daarna had ik vaak nog bijna een dag nodig om alles goed op te schrijven, waarna ik het stukje opgelucht opstuurde. Tot mijn spijt ontdekte ik later altijd weer fouten in de tekst. Woorden die bij het herschrijven per ongeluk waren blijven staan, of juist ontbraken, het gebeurde elke keer weer.
Hoogtepunt van mijn tijd bij Schakers.info waren onze optredens op het NK Bedrijvenschaak. Twee keer werd ons viertal kampioen, ondanks dat de concurrentie in beide jaren moordend was. Het maakt dat ik absoluut geen spijt heb gehad van mijn vrijwilligerswerk. Wel leek het me leuk om nog eens terug te blikken op mijn 24 rubrieken.
Nog nooit zo spannend geweest (?) (9 mei 2015)
Een artikel over hoe spannend de KNSB-competitie van het seizoen 2014-2015 historisch gezien was aan de hand van de zogenaamde Gini-coëfficiënt.
OKU vermaakt (10 juni 2015)
Een verslag van het Open Kampioenschap van Utrecht (OKU) aan de hand van een aantal diagrammen. Hardop voorgelezen is de titel “Ook u vermaakt” en dat vond ik wel een mooie handreiking naar de amateurs die het toernooi kleur gaven.
Had Donner toch gelijk? (13 juli 2015)
Tegenwoordig willen vrouwen heel graag laten zien dat ze in alles (minstens) net zo goed zijn als mannen. Met schaken is dat nog altijd lang niet het geval. Het niveauverschil tussen het algemene Nederlands Kampioenschap en dat voor vrouwen is levensgroot. Maar als vrouwen per se langs de mannelijke meetlat gemeten willen worden, dan kun je hun soms erbarmelijke spelniveau niet meer met de mantel der liefde bedekken.
Het was ook wel vragen om moeilijkheden. Voor dit NK Schaken werd de stelling geponeerd dat vrouwen wel kunnen schaken. Maar juist door er de nadruk zo op te leggen, kwam het vrouwenschaak onder het vergrootglas te liggen en viel er vooral op wat er niet was.
De vergane glorie van het ONJK (13 augustus 2015)
Ik was verslaggever bij het Open Nederlands Jeugdschaakkampioenschap (ONJK) en maakte de deerniswekkende locatie van dichtbij mee. Zou de locatie de reden zijn dat het kampioenschap het zo slecht deed? De cijfertjes suggereerden van wel. Ik sloot dus af met de gevleugelde woorden:
De organisatie is dus aan zet. Gelukkig hebben ze nog een jaar bedenktijd.
Terug van weggeweest (7 september 2015)
Een stukje over de Sinquefield Cup waar Aronian voor het eerst in bijna twee jaar weer zijn tanden liet zien.
“Waar ligt Sinquefield?” vroeg een niet nader te noemen familielid aan me toen we de partijen van de Sinquefield Cup volgden.
De finale als mislukt nagerecht (8 oktober 2015)
Deze titel had ik al eens eerder gebruikt, maar ik vond hem te leuk om niet nog een keer te gebruiken. Vaak draaien finales uit op een mislukking en dat komt vaak doordat niet de spectaculairste, maar de degelijkste spelers (of teams) de finale halen. Tijdens de World Cup zal vermoeidheid ook wel een rol hebben gespeeld.
Misschien kwam het doordat het alleen nog maar om een geldprijs ging, of misschien waren de spelers doodop, maar de Chess World Cup in Bakoe eindigde in een anticlimax. Het slechtste schaak leek voor het laatst te zijn bewaard en na een serie blunders over en weer won Sergej Karjakin.
Nederland grijze muis op Europees Kampioenschap voor landenteams (23 november 2015)
Een analyse van de prestaties van het Nederlandse team op het EK voor landenteams. Een samenvatting per speler:
Anish Giri zat uiteraard aan het eerste bord en bleef ongeslagen. Minpuntje was dat hij wel erg vaak op remise bleef steken: alleen de oldtimers Olafsson en Beliavsky wist hij aan de zegekar te binden. En de alweer 43-jarige Shear-off, die wel heel mooi blunderde.
Bij Loek van Wely was het bijna altijd erop of eronder: met zijn vijf overwinningen scoorde hij in zijn eentje bijna net zoveel zeges als de rest van het team en daarmee was hij de smaakmaker van het team. Het betekende ook dat hij af en toe de kous op de kop kreeg, maar soms kreeg hij ook meer voor elkaar dan de omstanders voor mogelijk hadden gehouden. Zo compenseerde hij met een hoop strijdlust en uithoudingsvermogen zijn gebrek aan slagkracht.
Minder wisselvallig was Ivan Sokolov, die weer eens een toernooi had als Hoogeveen 2006 of Wijk aan Zee 2013. Na drie nederlagen werd hij de rest van het toernooi aan de kant gehouden.
Sergei Tiviakov kwam tot een kleine plusscore en zal vanwege het resultaat en zijn mooie overwinning op Gawain Jones nog met enige tevredenheid op het toernooi terugkijken. Het spel was echter niet om aan te gluren: met wit kwam hij geen barkruk voorbij en met zwart was zijn stelling vaak al binnen de kortste keren brandhout.
Zijn sterke spelers minder grillig? (13 januari 2016)
Een statistische analyse van de prestaties van Magnus Carlsen. Blijkt daar bijvoorbeeld uit dat zijn spelniveau minder grillig is dan dat van de gemiddelde schaker?
En misschien is grilligheid van resultaten een vast onderdeel van het spelletje. De ene keer lukt het gewoon beter dan de andere keer, zonder dat daar een duidelijk aanwijsbare oorzaak voor is. “Scoren is als ketchup”, wordt er in de voetbalwereld weleens gezegd en die vlieger lijkt in het schaken ook op te gaan.
Toch weer Carlsen, met dank aan Van Wely (8 februari 2016)
Verslag van het door Carlsen gewonnen Tata Steel-toernooi in Wijk aan Zee. Na een stroeve start begon het bij Carlsen te lopen nadat hij Van Wely vanuit een verloren stelling had geklopt. De B-groep was spannender.
In de B-groep eindigden drie spelers aan kop met een gelijk aantal punten (vrij naar Olav Mol).
Het gevecht om de hoogste plek op de apenrots (14 maart 2016)
Het duurde even voordat dit bericht geplaatst werd, dus heb ik een verbeterde versie eerst zelf gepubliceerd. Nadat ik het artikel gepubliceerd had, kwam ik erachter dat mijn manier om de winstkansen uit te rekenen niet helemaal klopte. Het deed er weinig toe, want uiteindelijk won Karjakin het kandidatentoernooi met een winstkans van maar 8,1%.
Zonder geluk vaart niemand wel (1 april 2016)
Het verslag van het kandidatentoernooi, met een hoop partijfragmenten en een inleiding die bij mij nog steeds een glimlach op het gelaat tovert:
Hoewel zijn naam doet vermoeden dat hij zo is weggelopen uit een GTA-spel, timmert Sergej Karjakin de laatste tijd behoorlijk aan de weg in de schaakwereld. Zijn triomftocht gaat maar door, want na zijn overwinning in de World Cup won de Oekraïense Rus ook het kandidatentoernooi, waardoor hij in november tegen de ruim tien maanden jongere Magnus Carlsen om de wereldtitel gaat strijden.
De remisedood (8 mei 2016)
Een artikel over de vele remises die de topspelers tegen elkaar produceren. Sterft het schaakspel aan de remisedood, zoals Capablanca een eeuw geleden al vreesde? Dat blijkt lastig in te schatten:
De toename van het remisepercentage gaat op hoog niveau dus nog onverminderd door. Capablanca’s vrees kan dus bewaarheid worden, maar wanneer het spel echt aan de remisedood is gestorven, durf ik niet te voorspellen. Extrapolaties kunnen immers bedrieglijk zijn. Misschien zijn de huidige topspelers gewoon niet zo avontuurlijk en lijkt de remisedood dichterbij dan ‘ie in werkelijkheid is.
Voorbeschouwing NK (14 juli 2016)
Het valt niet mee om midden in de komkommertijd iets over schaken te vermelden, dus dan maar over iets anders:
De afgelopen tijd is er niet heel veel opzienbarends gebeurd. De zomervakantie is al in delen van het land begonnen en dus is de komkommertijd aangebroken. De meeste nieuwsitems ontstijgen het niveau van de man met een eekhoorn in zijn wc niet. Natuurlijk, de Britten krabben zich momenteel achter hun ezelsoren omdat ze als een UKIP zonder kop achter de Brexiteers aan zijn gelopen. Aan de referendumkaping van Farage en co kunnen die droeftoeters van Geen Peil nog een puntje zuigen.
Daarna kwam er toch maar mooi een voorbeschouwing op het Nederlands Kampioenschap dat eind augustus gespeeld zou worden. Het is een verslag van de play-offs voor het laatste NK-ticket:
Zo kwam er eerder deze maand het bericht dat Tiviakov zich terug had getrokken en dat zijn plaats werd ingenomen door Jorden van Foreest. Om het overige ticket werd afgelopen weekend nog door vier hongerige hyena’s gevochten: Sipke Ernst, David Klein, Twan Burg en Friso Nijboer moesten in een dubbelrondige vierkamp uitmaken wie de sterkste was.
Het artikel wordt afgesloten met een introductie van de spelers, waarin ook hun resultaten op eerdere NK’s worden aangestipt.
Sportzomer (22 augustus 2016)
Een artikel om de komkommertijd mee te vullen, met hier en daar een diss. De slechte vorm van Anish Giri wordt besproken, net als de resultaten van aanstormend Nederlands talent tijdens de zomertoernooien. Een aantal quotes:
Het EK Voetbal ging al aan onze neus voorbij en op de Olympische Spelen scoren we vooral goed in het gemistemedailleklassement. Echt geweldig verloopt de sportzomer dus niet voor ons kleine, koele landje zonder topsportklimaat, dat eens goed in de medaillespiegel moet kijken. Een hoop medailles gingen door knullige missers (stuurfouten, faalangst, drankmisbruik) de prullenbak in.
Zo won Thomas Beerdsen in het vreemd becommentarieerde Leiden Chess Tournament van Loek van Wely. Het was tekenend voor het toernooi, waarin de grootmeesters aan de lopende band punten verspeelden.
Het contrast met het Open Nederlands Jeugdkampioenschap in Borne kon haast niet groter. Met 288 deelnemers had het toernooi er 26 meer dan vorig jaar, maar daar stond tegenover dat er op de verslaggeving was ingeleverd.
Ratsma won ook, maar doordat Van Roon niet verder kwam dan remise, telde ineens het onderlinge resultaat in haar nadeel, zodat de gouden medaille aan haar neus voorbij ging. Zo hard kan de sport soms zijn. Annemiek van Vleuten, Henk Grol en Yuri van Gelder kunnen erover meepraten.
Kwaliteitsverschil (25 september 2016)
Een artikel over Jorden van Foreests verrassende triomftocht op het NK en de aansluitende schaakolympiade.
Meteen daarna werden de nummers 2, 3 en 6 van het toernooi alweer op het vliegtuig naar Bakoe gezet, om daar de Nederlandse eer te verdedigen op de Schaakolympiade. Kon dat wel iets worden, met drie spelers die zich zo hadden laten ringeloren door zo’n snotneus? Al gauw verstomde de kritiek, want Nederland begon geweldig.
Het breekpunt was de match tegen India. Waar Van Foreest op het NK succesvol was met kwaliteitsoffers, draaide een kwaliteitsoffer van L’Ami uit op een ramp, zodat hij de partij en Nederland de match verloor.
Een zure verliespartij en daarna lukte weinig meer. Alle mazzel van het begin van het toernooi werd gecompenseerd door pech en een hoop net-niet-partijen in de tweede helft van het toernooi. Geluk met de indeling was er ook niet: Nederland bleef maar sterke landen treffen en eindigde uiteindelijk op een teleurstellende 36e plaats. Op papier een zeer matige prestatie voor het als tiende geplaatste team en dus moest er een zondebok worden aangewezen. Er werden nog net geen Kamervragen over gesteld.
De oudjes kunnen het nog (25 oktober 2016)
Een verslag van Hoogeveen, waar jong en oud elkaar bestreden in de befaamde tweekampen. De ene tweekamp ging tussen Yifan Hou en Nigel Short.
Op voorhand was de spannendste match die tussen Short en Hou. Een beetje beladen zelfs, omdat Short zich vorig jaar nogal laatdunkend over de schaakkwaliteiten van vrouwen had uitgelaten. Zou de wereldkampioene extra gemotiveerd zijn om degene die Kasparov in 1993 voor de wereldtitel uitdaagde iets moois te laten zien?
De andere match was die tussen Jorden van Foreest en Ivan Sokolov.
Met wit deed Van Foreest het een stuk beter, al kwam dat vooral doordat Sokolov met zwart echt een of twee klasses minder speelde dan met wit. (…) Na afloop zullen beide spelers in ieder geval wel het gevoel hebben overgehouden dat ze de match makkelijk hadden kunnen winnen als ze in hun zwartpartijen hetzelfde niveau hadden gehaald als in hun witpartijen…
Laat de rapidpartijen maar komen (4 december 2016)
Een verslag van de WK-match tussen Carlsen en Karjakin. De reguliere partijen waren heel erg saai. Aanvankelijk had Carlsen duidelijk het betere van het spel, maar maakte hij het niet af. Daarna ging het van kwaad tot erger voor hem:
Nadat Carlsen in het begin van de match een paar opgelegde kansen had gemist, leek er iets geknapt bij hem. Hij begon ongeconcentreerd te spelen en enorme risico’s te nemen. In de achtste partij slaagde zijn derde verliespoging dan eindelijk, waarna de norse Noor de persconferentie maar liet schieten.
Volgens het artikel is het percentage besliste partijen in WK-matches het afgelopen decennium hard afgenomen. Het artikel onderzoekt een aantal hypotheses waarom dit het geval is. Doordat het remisepercentage zo hoog is, is het bijna niet meer mogelijk om van een achterstand terug te komen. Het betekent dat het met de spanning en het spektakel droevig gesteld is. De enige oplossing om de matches spannender te maken lijkt het verkorten van het speeltempo te zijn.
So lost Carlsen af (30 januari 2017)
Een verslag Tata Steel, dat ditmaal niet door Magnus Carlsen, maar Wesley So gewonnen werd. Carlsen kende een atypisch toernooi: hij begon goed, maar zakte halverwege ver weg nadat hij tegen Giri mat in 3 had gemist. So had af en toe een engeltje op de lat en bleef ongeslagen. In de B-groep pleitte het enorme niveauverschil tussen de sterkste en zwakste deelnemers voor het herintroduceren van een C-groep.
Carlsen en het post-titelsyndroom (26 februari 2017)
Een analyse van Carlsens prestaties van de afgelopen jaren. Het blijkt dat Carlsen op zijn sterkst was rond het moment dat hij wereldkampioen werd. Sindsdien is hij geleidelijk aan zwakker geworden. Is dat een teken van het zogenaamde post-titelsyndroom?
Een interessante theorie is dat Carlsen lijdt aan het zogenaamde “post-titelsyndroom”, een term bedacht door Leon Pliester (1954-2012), die het fenomeen probeert te verklaren dat spelers na het behalen van een titel (tijdelijk) minder presteren. Kennelijk zijn wij mensen vooral gemaakt om doelen na te jagen, maar voelen we ons niet meer in ons element als we ons doel eenmaal bereikt hebben.
Carlsens vorkcrisis betekende ook dat zijn rivalen hem steeds meer op de hielen kwamen te zitten. Dankzij zijn zege in Wijk aan Zee was So de nummer twee op de ratinglijst geworden. Zou hij de luis in de pels van Carlsen worden? Of was zijn hoge positie slechts tijdelijk? Het artikel geeft aan wat aannemelijker is.
Assen verrast (7 mei 2017)
Een verslag van het NK Jeugd waar ik verslag uitbracht van de A-categorie.
Van de dichtstbevolkte provincie naar de dunstbevolkte provincie: na drie jaar Rotterdam was Assen deze meivakantie het middelpunt van schakend Nederland.
Een heikel punt was de bezetting van het toernooi. Er deden inderdaad heel wat titelhouders mee, maar in de breedte was het toernooi erg zwak.
Verder viel de sterke bezetting van de A-categorie op, met zes (bijna zeven) titelhouders. Er werd al gesteld dat dit het sterkst bezette toernooi sinds 2009 was. Dat was ook de tijd waarin drastisch werd bezuinigd op de hoeveelheid spelers die naar het EK of WK werden gestuurd. Na 2009 moesten de winnaars, als ze niet in het bezit waren van een Top- of Jong Oranje-status, aan een absurd hoge ratingeis voldoen om te worden uitgezonden. Inmiddels is die flauwekul weer afgeschaft, zodat het Nederlands Jeugdkampioenschap voor de sterke spelers weer wat interessanter is geworden. Inderdaad zit het niveau van het toernooi weer in de lift. Of was dat wel zo? De top was inderdaad beduidend sterker dan vorig jaar en van een vergelijkbaar niveau als de top van acht jaar geleden. Maar in de breedte was het toernooi beduidend zwakker. Waar de gemiddelde rating van het deelnemersveld in 2009 nog een respectabele 2160 was, was het dit jaar niet meer dan 1993, zelfs nog minder dan vorig jaar.
De oorzaak is wel duidelijk:
Het probleem lijkt hem te zitten bij de regionale kwalificatietoernooien, de zogenaamde PJK’s. Net als bij de Olympische Spelen, waarbij elk land in principe aan mee mag doen, mag elke regionale bond een speler afvaardigen. (…) De onderste helft van de ratinglijst in de A-categorie bestond in ieder geval bijna uitsluitend uit regionaal kampioenen, die gemiddeld ruim 500 elopunten zwakker waren dan de spelers die op basis van rating of talentstatus voor het toernooi waren geselecteerd. De KNSB is dit gepruts een doorn in het oog, dus wordt de kwalificatieprocedure met ingang van volgend seizoen veranderd.
Het gevolg was dat er een duidelijke kop- en staartgroep ontstond, wat de spanning in het toernooi niet ten goede kwam. Het niveau op de laagste borden was vaak gewoon bedroevend en een NK Jeugd onwaardig.
Van Wely en Haast kampioen na strafschoppen (3 juli 2017)
Samenvatting van het NK in Amsterdam-Noord waar ik op de slotdag even ben wezen kijken. Daar was ik getuige van het lastige eindspel tussen koplopers Sipke Ernst en Loek van Wely. Op het laatst miste Van Wely de winst, waarna hij in de vluggertjes maar toesloeg.
Daags voor het toernooi had King Loek zijn klasse al laten zien op het NK Internet, waar zeven van de acht NK-deelnemers van de partij waren. Ernst was een van de acht spelers die door zijn trillende vingers al in de eerste ronde werd uitgeschakeld.
Het damestoernooi was nog onvoorspelbaarder. Van enige rivaliteit tussen de dames was geen sprake en dus gaven ze over en weer hele en halve punten weg.
Tijdens het toernooi leek het erop dat niemand kampioen wilde worden, wat tot tragikomische taferelen leidde. De stellingsoordelen slingerden wild heen en weer. Zelfs rodelantaarndraagster Arlette van Weersel zal na afloop het idee hebben gehad dat ze kampioen had kunnen worden als ze haar vizier iets meer op scherp had staan.
Uiteindelijk draaide het damestoernooi eveneens op een verlenging uit, waarin Tea Lanchava in beide partijen een vol punt weggaf, zodat Anne Haast het toernooi alweer voor de vierde keer op rij won.
Carlsen slaat de aanval af (18 augustus 2017)
Een vervolg op de vraag of Wesley So degene was die Carlsen eindelijk van de eerste positie op de ratinglijst zou gooien. Door Carlsens matige prestaties in de afgelopen jaren hadden So en Aronian de kans om tijdens de Sinquefield Cup het gat naar de Noor op de ratinglijst bijna te dichten. Ze faalden echter op het moment dat het erop aankwam. Hoewel Carlsen de toernooiwinst aan Maxime Vachier-Lagrave moest laten, eindigde hij wel voor zijn naaste belagers, waardoor hij de aanval op zijn koppositie afsloeg.
Carlsens spel zag er in Saint Louis beter uit dan wat we de afgelopen jaren van hem gewend waren. Wel heeft hij de laatste jaren een zwakte in zijn spel die hij vroeger niet had, wat mogelijkerwijs zijn vormcrisis verklaart:
Afgezien van een wat mindere fase halverwege het toernooi oogde Carlsen dominant als in zijn gloriedagen. Dat hij het toernooi niet won, kwam doordat hij zich tweemaal in een eindspel liet beetnemen. Vroeger kon je er bijna vergif op innemen dat hij een beter eindspel in een vol punt omzette, maar de laatste jaren is dat niet meer het geval. De gemiste halfjes kunnen verklaren waarom Carlsen 60 à 70 punten is afgezakt. Heel veel is daar namelijk niet voor nodig: ieder toernooi één of twee partijen extra naar remise laten lopen is al voldoende. In Saint Louis gaf Carlsen misschien wel anderhalf punt weg.
Winnen op uithoudingsvermogen (29 september 2017)
Hoewel ik een voorstander ben van het verkorten van het speeltempo om het spektakel te vergroten, kan men daar ook te ver mee gaan. Tijdens de World Cup in Tbilisi werden de tweekampen wel heel vaak tijdens de vluggertjes beslist. Winnaar Aronian moest niet minder dan 35 partijen, voornamelijk vluggertjes, spelen om tot kampioen gekroond te worden. Het toernooi zal helaas vooral om een klucht om kledingvoorschriften herinnerd worden.
[N]a bijna vier weken alles te hebben gegeven, mocht Aronian zich tot overwinnaar van het toernooi kronen. Maar liefst 35 partijen had hij nodig om zijn 127 concurrenten te verslaan. Of nou ja, eigenlijk waren het er maar 124, omdat Anton Kovalyov het toernooi had verlaten na onenigheid over niet-bestaande kledingvoorschriften met Zoerab Azmaiparashvili, de “barbaar van de FIDE” zoals Hans Ree het treffend verwoordde. In de tussentijd had Kovalyov wel Akobian en Anand uit het toernooi gekegeld.
De topspelers lieten hun klasse bijna niet zien in de reguliere partijen, waardoor het remisepercentage erg hoog lag. Nederlands hoop in bange dagen Anish Giri kreeg in de lange partijen bijvoorbeeld bijna niks voor elkaar tegen beduidend zwakkere tegenstanders. Interessant genoeg lieten de topspelers hun klasse met versneld tempo wel zien.
Hoogeveen weinig hoogstaand (1 november 2017)
Mijn laatste stukje voor Schakers.info, dat inderdaad over het voormalige Univé-toernooi in Hoogeveen gaat. Het toernooi kende een nieuwe toernooiopzet waar ik mijn bedenkingen bij had. Wel heb ik geprobeerd wat grappen in het verslag te verwerken.
Het idee was als volgt: maak twee ronden voor het eind van het toernooi de eindstand op en laat de vier hoogstgeëindigde spelers het op de laatste speeldagen onderling uitvechten. Terwijl de overige spelers voor de troostprijzen speelden, maakte Roeland Pruijssers zich er in de elitetweekampen makkelijk van af.
Een knipoog naar Thierry Baudet en de zijnen (zoals toernooidirecteur Loek van Wely).
Eerst versloeg hij clubgenoot Thomas Beerdsen in een verraderlijk toreneindspel en daarna blies hij Dmitry Kollars van het bord, waardoor hij met de hoofdprijs op zak naar huis kon fietsen.
Tijdens het toernooi schijnt hij in ieder geval op en neer te hebben gepeddeld.
Zijn rivalen moesten veel meer partijen spelen om de onderste treden van het podium te mogen beklimmen. Zo moest Dinara Saduakassova, die de troostfinale won, in de play-offs niet minder dan twintig keer handjes schudden voor de derde plek.
Zoals Lennart (ook bekend als het viswijf) ooit toegaf dat hij niet meer zo sterk diste nadat hij schreef dat Ewood (ook bekend als Evgeny Grotovsky) drie punten had na tien keer handjes schudden.
Het idee om het toernooi met een play-off af te sluiten was overigens niet nieuw, jaren geleden werd iets soortgelijks al eens uitgeprobeerd in een weekendtoernooitje.
Dat was ons eigen Pinkstertoernooi. 😉
Het schaakspel wordt te saai en te voorspelbaar gevonden, en het prijzengeld wordt onderling verdeeld door [het] grootmeesterkartel.
Thierry, ben je daar nog?
Het verslag sluit af met het Wei-offer en de blunder van de eeuw van Adhiban in het weinig hoogstaande toernooi. Een beetje leedvermaak doet het altijd goed, maar eerlijk gezegd had ik liever een fantastisch mooie partij becommentarieerd om mijn periode als columnist bij Schakers.info op een passende manier af te sluiten. Het heeft helaas niet zo mogen zijn. Het zit erop. Ik ben trots op mijn 24 columns en ik ben blij dat ik de kans heb gekregen voor heel schakend Nederland te mogen schrijven, maar ik ben nu ook blij dat het erop zit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten