08 augustus 2012

De zachte dood van de Nederlandse schaaksport

Nog altijd denken schakers in Nederland aan de goede oude tijd. In het kielzog van de successen van Max Euwe stelde de sport tot enkele decennia geleden nog wat voor in ons landje. Wedstrijden werden op tv uitgezonden, internationale topspelers als Jan Timman werden te pas en te onpas voor de camera getrokken en de wereldkampioenschapsmatches konden ook op veel aandacht rekenen. Inmiddels is die aandacht weggeëbd. Het schaakspel is te saai, te sloom, te intellectueel. Het grote publiek snapt er weinig van. Gelukkig kon de schaakliefhebber zijn hart nog wel ophalen: ieder weekend wordt wel weer ergens een toernooi georganiseerd, aan het Nederlands Kampioenschap deed vaak bijna de hele schaaktop mee. Dat kan niet ieder land zeggen.

Helaas is het de laatste jaren treurig gesteld met de nationale kampioenschappen. Natuurlijk zit de Koninklijke Nederlandse Schaakbond in zwaar weer door de economische crisis, maar er is de laatste jaren wel erg rigoureus bezuinigd op de kwaliteit van de Nederlands Kampioenschappen. Grof gezegd zijn er vier NK's: jeugd/volwassenen en open/gesloten. Al deze toernooien hebben de laatste jaren te kampen met een afschrikwekkende daling van het aantal deelnemers.

Van de gesloten toernooien is dat nog wel te verwachten: er is minder geld en dan is een groot deelnemersveld een luxe die je je niet kunt veroorloven. Toch mag de bond zich, zoals Johan Hut onlangs terecht schreef, wel degelijk achter de oren krabben waarom het bij sponsoren opgehaalde geldbedrag per jaar kleiner wordt. Het gevolg is in ieder geval dat het toernooi ieder jaar oninteressanter wordt, waardoor de kans dat potentiële sponsoren toehappen zeker niet groter wordt. Dit jaar waren er maar acht deelnemers bij de heren en vier bij de dames. Dat kun je onmogelijk een volwaardig kampioenschap noemen. Het Nederlands Kampioenschap zit dus in een gevaarlijke vicieuze cirkel die zo snel mogelijk moet worden doorbroken.

Hetzelfde geldt voor het Nederlands Jeugdkampioenschap. Jarenlang was dit een toernooi waarin bijna de gehele top van de Nederlandse schaakjeugd (behoudens de allersterksten) vertegenwoordigd was. Het niveau was hoog en de concurrentie was moordend. Helaas is dit al lang niet meer zo. Tot en met 2008 bestond de A-categorie uit 28 deelnemers, daarna is dat teruggebracht tot 22 in het ene jaar en 24 in het andere jaar. Ook is het niveau flink gezakt. Waren er in 2009 nog negen spelers met een rating boven de 2300, de afgelopen twee edities van het toernooi zat slechts één speler boven deze grens. Degene die nu het Nederlands Jeugdkampioenschap wint, kan zich moeilijk als sterkste speler van zijn leeftijdscategorie zien.

Met de open NK's gaat het zo mogelijk nog slechter. Het Open Nederlands Kampioenschap in Dieren was jarenlang een populair toernooi. Voor veel deelnemers was het een soort combinatie van schaken en vakantie vieren (het toernooi valt immers in de vakantieperiode, bovendien kon je voor een zacht prijsje kamperen aan de rand van een voetbalveld. Veel mensen hebben hier gebruik van gemaakt, ondanks dat de extreem lompe campingbaas iedereen het bloed onder de nagels vandaan haalde.) Ook met dit toernooi gaat het hard de verkeerde kant op. Een overzicht van het aantal deelnemers spreekt boekdelen: van 527 in 2009, liep het terug via 523 in 2010 naar 476 in 2011 en slechts 388 dit jaar. Dit is vooral te danken aan de extreem lage populariteit van de kampioensgroep: gingen hier in 2009 nog 93 mensen van start, dit jaar waren het er nog maar 36. Tekenend voor de staat van het toernooi was dat de uiteindelijke toernooiwinnaar Jan Smeets direct na zijn mislukte NK voor een riant bedrag werd verleid om op het laatste moment aan het toernooi mee te doen.

De neergang van het Open Nederlands Jeugdkampioenschap, dat al jaren onder de weinig toepasselijke naam "Euro Chess Tournament" door het leven gaat, is al eerder ingezet. Tot en met 2007 werd het toernooi in het gemeentehuis van Hengelo gespeeld. Een prima locatie voor het toernooi, want je kon van de toernooizaal zo naar het winkelcentrum kruipen. Helaas ging het toernooi aan zijn succes ten onder, want er was in het gemeentehuis geen plek meer voor de deelnemers, dus werden ze weggestopt in andere gebouwen (met als triest dieptepunt die vreselijke muziekschool waar de A-categorie in 2006 werd geacht te spelen.)

Van 2008 tot en met 2010 werd het toernooi op de campus van de Universiteit Twente gehouden. Ironisch genoeg liep het deelnemersaantal meteen sterk terug, waardoor de overstap achteraf gezien helemaal niet had gehoeven. De sfeer was een stuk minder dan in Hengelo: de speelzalen waren via een soort catacomben te bereiken, het publiek mocht niet in de speelzaal komen en verder was er in de omgeving weinig te doen. Voor je hapjes en drankjes kon je je bij een ongezellig café of bij een campusshop laten afzetten, veel meer was er in de directe omgeving niet. Maar dat was nog niks vergeleken met Borne, de huidige locatie. Opnieuw een sfeerloos onderkomen, opnieuw kilometers verwijderd van de bewoonde wereld (de dichtstbijzijnde supermarkt is bijna een half uur lopen.) Deze week wordt het toernooi verspeeld en met 230 deelnemers zijn de aantallen uit de Hengelotijd (ruim 500) wel erg ver uit zicht geraakt. Het niveau houdt ook niet meer over: nadat de Young Masters-categorie vorig jaar al was opgedoekt, is er van echt topschaak geen sprake meer: zelfs de sterkste deelnemers van het toernooi halen de 2300 niet. Bovendien viel me vorig jaar als verslaggever op hoe weinig het toernooi nog over schaken gaat. De topsportmentaliteit ontbreekt op dit prestigieuze kampioenschap. Dat is verrassend voor een serieuze sport als schaken, maar kennelijk ontkomen ook de beoefenaars ervan niet aan de tand des tijds. Het schaakspel wordt tegenwoordig te saai, te sloom en te intellectueel bevonden. Als schaker ben je gewoon niet cool, want het grote publiek begrijpt toch niks van je sport.

Het is jammer dat het zo moet lopen met de nationale kampioenschappen. Dat het ook anders kan, bewijzen de vele (weekend)toernooien die deze zomer aan de gang zijn, zoals het NOVA-collegeschaaktoernooi en Vlissingen. Kennelijk hebben schaaktoernooien nog steeds potentie, zolang de KNSB ze maar niet organiseert. Het valt te hopen dat onze schaakbond een keer bij zichzelf te rade gaat en zorgt dat de NK's in de toekomst weer fatsoenlijke evenementen worden. Misschien is het gewoon een kwestie van de juiste mensen op de juiste plaats neerzetten, maar het is duidelijk dat er wat gedaan moet worden, want als we op deze weg doorgaan, zullen we binnen afzienbare tijd geen NK's meer hebben.

Toch gloort er nog altijd wat hoop aan de horizon. Mocht Anish Giri echt wereldkampioenschapsmateriaal zijn en Nederlander worden, dan staan we misschien toch weer aan de vooravond van een tijdperk waarin schaken echt wat voorstelt in ons landje. Misschien staan de sponsoren dan wel in de rij om het volgende NK te sponsoren. De Nederlandse schaaksport zal het hard nodig hebben, want anders is een zachte dood slechts een kwestie van tijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten